Source | Target | Jedna nebo dvě. | Eén of twee. |
Na šířku: pokud je namontována pouze jedna zadní mlhová svítilna, musí být vzhledem ke střední podélné rovině vozidla umístěna na opačné straně, než je předepsaný provoz v zemi registrace; referenční střed může být také umístěn na střední podélné rovině vozidla. | In de breedte:als er maar één mistachterlicht is, moet het zich bevinden aan de kant van het middenlangsvlak van het voertuig tegengesteld aan de in het land van inschrijving voorgeschreven verkeersrichting; het referentiepunt mag zich ook op het middenlangsvlak van het voertuig bevinden. |
U vozidel kategorie N3G (terénní vozidla) může být maximální výška zvýšena až na 1200 mm. | Bij voertuigen van categorie N3G (terreinvoertuigen) mag de maximumhoogte tot 1200 mm worden vergroot. |
α 5° nahoru a 5° dolů; | α 5° naar boven en 5° naar beneden; |
ß = 25° vpravo a vlevo. | ß 25° naar rechts en naar links. |
Zapojení musí být taková, aby: | Deze moet zo zijn dat: |
zadní mlhová svítilna nemohla být zapnuta, nejsou-li rovněž zapnuty dálkové světlomety, potkávací světlomety nebo přední mlhové světlomety; | het (de) mistachterlicht(en) niet kan (kunnen) worden ontstoken tenzij het grootlicht, het dimlicht of de mistvoorlichten branden; |
Zadní mlhovou svítilnu lze vypnout nezávisle na jakýchkoli jiných světlometech nebo svítilnách; | het (de) mistachterlicht(en) onafhankelijk van alle andere lichten kan (kunnen) worden uitgeschakeld; |
Platí jedna z těchto možností: | een van de volgende verbindingen van toepassing is: |
zadní mlhová svítilna může svítit do doby, než jsou vypnuty obrysové svítilny, a poté musí zůstat zadní mlhová svítilna vypnutá, dokud není znovu úmyslně zapnuta; | het (de) achtermistlicht(en) mag (mogen) blijven branden totdat de breedte- en achterlichten worden gedoofd en het (de) mistachterlicht(en) moet(en) dan gedoofd blijven tot het (zij) opzettelijk weer wordt (worden) ontstoken; |
Vedle povinného indikátoru (odstavec 6.11.8) musí být dáno upozornění, přinejmenším akustické, jestliže dojde k vypnutí zapalování nebo je vyjmut klíček spouštění motoru a jsou otevřeny dveře řidiče, ať již jsou svítilny (odstavec 6.11.7.1) zapnuty nebo vypnuty, když je zadní mlhová svítilna v poloze „zapnuto“; | naast de verplichte verklikker (punt 6.11.8) moet ten minste een akoestische waarschuwing worden gegeven wanneer de ontsteking wordt uitgeschakeld of de contactsleutel uit het slot wordt genomen en het portier van de bestuurder wordt geopend, ongeacht of de in punt 6.11.7.1 bedoelde lichten branden of niet, terwijl het mistachterlicht in de „aan”-stand staat; |
S výjimkou ustanovení odstavců 6.11.7.1, 6.11.7.3 a 6.11.7.5 nesmí být funkce zadní mlhové svítilny ovlivněna zapínáním a vypínáním jakýchkoli jiných světlometů nebo svítilen. | behalve in de situatie zoals bedoeld in de punten 6.11.7.1, 6.11.7.3 en 6.11.7.5, mag de bediening van het (de) mistachterlicht(en) niet worden beïnvloed door het in- of uitschakelen van andere lichten; |
Zadní mlhová svítilna motorového tažného vozidla může být automaticky vypnuta, když je připojeno přípojné vozidlo a zadní mlhová svítilna přípojného vozidla je aktivovaná. | het (de) mistachterlicht(en) van een trekkend motorvoertuig mag (mogen) automatisch worden uitgeschakeld wanneer een aanhangwagen is aangekoppeld en het (de) mistachterlicht(en) van die aanhangwagen is (zijn) geactiveerd. |
Vzdálenost zadní mlhové svítilny od každé z brzdových svítilen musí být ve všech případech větší než 100 mm. | In ieder geval moet de afstand tussen het mistachterlicht en elk stoplicht groter zijn dan 100 mm. |
Parkovací svítilna (předpis č. 77 nebo 7) | Parkeerlicht (Reglement nr. 77 of 7) |
Na motorových vozidlech o délce nepřesahující 6 m a šířce nepřesahující 2 m nepovinné. | Op motorvoertuigen die niet meer dan 6 m lang en 2 m breed zijn: facultatief. |
Na všech ostatních vozidlech zakázané. | Op alle andere voertuigen: verboden. |
Buď dvě svítilny vpředu a dvě svítilny vzadu, nebo po jedné svítilně na každé straně. | Hetzij twee lichten vooraan en twee lichten achteraan, hetzij één licht aan weerskanten. |
Kromě toho, jsou-li svítilny dvě, musí být umístěny po stranách vozidla. | Als er twee lichten zijn, moeten zij zich op de zijkanten van het voertuig bevinden. |
u všech ostatních kategorií vozidel: nejméně 350 mm a nejvýše 1500 mm nad vozovkou (maximálně 2100 mm, nedovoluje-li tvar karoserie dodržet výšku 1500 mm). | bij alle andere voertuigcategorieën: boven het wegdek, niet minder dan 350 mm en niet meer dan 1500 mm (2100 mm als de vorm van de carrosserie het onmogelijk maakt een hoogte van 1500 mm aan te houden). |
Na délku: žádné zvláštní požadavky. | In de lengte: geen bijzondere voorschriften. |
Vodorovný úhel: 45° ven, dopředu a dozadu. | Horizontale hoek: 45° naar voren en naar achteren. |
Svislý úhel pod vodorovnou rovinu však může být zmenšen na 5°, je-li svítilna umístěna níže než 750 mm nad vozovkou. | De verticale hoek onder het horizontale vlak mag tot 5° worden verminderd als de hoogte van het licht minder dan 750 mm bedraagt. |
Taková, aby svítilny vyhovovaly požadavkům na viditelnost dopředu i dozadu. | Zo dat de lichten voldoen aan de voorschriften voor de zichtbaarheid naar voren en naar achteren. |
Musí dovolit zapínání parkovací svítilny / parkovacích svítilen na téže straně vozidla nezávisle na kterýchkoli jiných světlometech nebo svítilnách. | De aansluiting moet toelaten dat het (de) parkeerlicht(en) aan dezelfde kant van het voertuig onafhankelijk van alle andere lichten wordt (worden) ontstoken. |
Parkovací svítilna/svítilny a případně přední a zadní obrysové svítilny podle odstavce 6.12.9 níže musí být schopny funkce, i když je zařízení pro spouštění motoru v poloze, která neumožňuje činnost motoru. | Het (de) parkeerlicht(en) en, indien aanwezig, de breedte- en achterlichten overeenkomstig punt 6.12.9 moet(en) kunnen branden, ook al bevindt de voorziening die de motor start, zich in een zodanige stand dat de motor onmogelijk kan draaien. |
Zařízení, která samočinně vypínají tyto svítilny v závislosti na čase, jsou zakázána. | Een voorziening die deze lichten na een bepaalde tijd automatisch deactiveert, is verboden. |
Indikátor zapojení obvodu je nepovinný. | Inschakelverklikker facultatief. |
Pokud existuje, nesmí jej být možno zaměnit s indikátorem předních a zadních obrysových svítilen. | Indien aanwezig mag hij niet met de verklikker voor de breedte- en achterlichten kunnen worden verward. |
Funkce této svítilny může být též zajištěna současným zapnutím předních a zadních obrysových svítilen na téže straně vozidla. | De werking van dit licht mag ook worden vervuld door het tegelijk ontsteken van het breedtelicht en het achterlicht aan dezelfde kant van het voertuig. |
V tomto případě se u svítilen, které vyhovují požadavkům předních nebo zadních obrysových svítilen, má za to, že vyhovují požadavkům parkovacích svítilen. | In dit geval worden lichten die aan de voorschriften voor breedte- en achterlichten voldoen, geacht aan de voorschriften voor parkeerlichten te voldoen. |
Doplňková obrysová svítilna (předpis č. 7) | Markeringslicht (Reglement nr. 7) |
Zařízení kategorií A nebo AM (viditelná zepředu) a zařízení kategorií R, R1, R2, RM1 nebo RM2 (viditelná zezadu): | Markeringslichten van categorie A of AM (zichtbaar van voren) en van categorie R, R1, R2, RM1 of RM2 (zichtbaar van achteren): |
Dvě viditelné zepředu a dvě viditelné zezadu. | Twee zichtbaar van voren en twee zichtbaar van achteren. |
Nepovinné: namontovány mohou být tyto doplňkové svítilny: | Facultatief: extra markeringslichten mogen als volgt worden gemonteerd: |
dvě viditelné zepředu; | twee zichtbaar van voren; |
dvě viditelné zezadu. | twee zichtbaar van achteren. |
Vpředu a vzadu: co možno nejblíže k nejvzdálenějšímu vnějšímu okraji vozidla. | Voor en achter: zo dicht mogelijk bij de buitenste rand van het voertuig. |
Tato podmínka se považuje za splněnou, pokud bod zdánlivě viditelné plochy ve směru referenční osy, který je nejvíce vzdálen od střední podélné roviny vozidla, není vzdálen více než 400 mm od nejvzdálenějšího vnějšího okraje vozidla. | Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer het verst van het middenlangsvlak van het voertuig verwijderde punt op het zichtbare oppervlak in de richting van de referentieas zich niet meer dan 400 mm van de buitenste rand van het voertuig bevindt. |
Vpředu: motorová vozidla: vodorovná rovina tečná k hornímu okraji zdánlivě viditelné plochy zařízení ve směru referenční osy zařízení nesmí být níže, než je vodorovná rovina tečná k hornímu okraji průhledné zóny čelního skla. | Vóór: Motorvoertuigen: het horizontale raakvlak aan de bovenrand van het zichtbare oppervlak in de richting van de referentieas van het markeringslicht mag niet lager zijn dan het horizontale raakvlak aan de bovenrand van het doorzichtige gedeelte van de voorruit. |
Přípojná vozidla a návěsy: v nejvyšší výšce slučitelné s požadavky na šířku, konstrukci vozidla a s provozními požadavky vozidla a požadavky na souměrnost svítilen. | Aanhangwagens en opleggers: op de maximumhoogte die verenigbaar is met de vereisten inzake breedte, design en gebruik van het voertuig en de symmetrie van de lichten. |
Vzadu: v nejvyšší výšce slučitelné s požadavky na šířku, konstrukci vozidla a s provozními požadavky vozidla a s požadavky na souměrnost svítilen. | Achter: op de maximumhoogte die verenigbaar is met de vereisten inzake breedte, design en gebruik van het voertuig en de symmetrie van de lichten. |
Nepovinné i (případně) povinné svítilny se montují tak, aby mezi sebou měly na výšku co největší vzdálenost, jak jen je to možné, a byly slučitelné s konstrukcí / provozními požadavky vozidla a symetrií svítilen. | Zowel facultatieve als verplichte markeringslichten (indien van toepassing) moeten in de hoogte zo ver van elkaar worden gemonteerd als mogelijk is en verenigbaar is met de operationele en ontwerpvereisten van het voertuig en de symmetrie van de lichten. |
Doplňkové svítilny viditelné zepředu podle odstavce 6.13.4.2, co možno nejblíže zádi vozidla. | De extra markeringslichten die van voren zichtbaar zijn zoals gespecificeerd in punt 6.13.4.2, zo dicht mogelijk bij de achterkant. |
Vzdálenost mezi doplňkovými svítilnami a zádí vozidla však nesmí překročit 400 mm. | De afstand tussen de extra markeringslichten en de achterkant van het voertuig mag echter niet meer dan 400 mm bedragen. |
Vodorovný úhel: 80° směrem ven. | Horizontale hoek: 80° naar buiten. |
Svislý úhel: 5° nad vodorovnou rovinou a 20° pod ní. | Verticale hoek: 5° boven en 20° onder het horizontale vlak. |
Za předpokladu splnění všech ostatních podmínek mohou být povinné nebo nepovinné svítilny viditelné zepředu a povinné nebo nepovinné svítilny viditelné zezadu na téže straně vozidla sdruženy do jediného zařízení. | Voor zover aan alle andere voorschriften is voldaan, mogen de verplichte of facultatieve lichten die zichtbaar zijn van voren en de verplichte of facultatieve lichten die zichtbaar zijn van achteren aan dezelfde kant van het voertuig in één voorziening zijn gecombineerd. |
Dvě ze svítilen viditelných zezadu mohou být skupinové, sdružené nebo sloučené v souladu s odstavcem 5.7. | Twee van de lichten die zichtbaar zijn van achteren mogen gegroepeerd, gecombineerd of samengebouwd zijn overeenkomstig punt 5.7. |
Poloha doplňkové obrysové svítilny musí být vůči příslušné obrysové svítilně taková, aby vzdálenost mezi průměty vzájemně nejbližších bodů zdánlivě viditelných ploch obou posuzovaných svítilen ve směru jejich referenčních os na příčnou svislou rovinu nebyla menší než 200 mm. | De plaats van een markeringslicht ten opzichte van het overeenkomstige breedte- of achterlicht moet zo zijn dat de afstand tussen de projecties op een verticaal dwarsvlak van de dichtst bij elkaar liggende punten op de zichtbare oppervlakken in de richting van de referentieas van de twee betrokken lichten niet minder dan 200 mm bedraagt. |
Zadní odrazka jiná než trojúhelníková (předpis č. 3) | Achterretroflector, niet-driehoekig (Reglement nr. 3) |
Nepovinná na přípojných vozidlech za předpokladu, že jsou ve skupině s jiným zařízením pro zadní světelnou signalizaci. | Facultatief op aanhangwagens voor zover zij gegroepeerd zijn met de andere lichtsignaalinrichtingen aan de achterkant. |
Dvě, jejich parametry musí vyhovovat požadavkům pro třídu IA nebo IB odrazek dle předpisu č. 3. | Twee, waarvan de prestaties moeten voldoen aan de voorschriften voor retroflectoren van klasse I A of I B in Reglement nr. 3. |
Další odrazná zařízení a materiály (včetně dvou odrazek neodpovídajících odstavci 6.14.4 níže) jsou přípustné za předpokladu, že nesnižují účinnost povinných zařízení pro osvětlení a světelnou signalizaci. | Extra reflecterende voorzieningen en materialen (inclusief twee retroflectoren die niet voldoen aan punt 6.14.4) zijn toegestaan mits zij de effectiviteit van de verplichte verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen niet nadelig beïnvloeden. |
Na šířku: bod činné plochy odrazky, který je nejvíce vzdálen od střední podélné roviny vozidla, nesmí být vzdálen více než 400 mm od nejvzdálenějšího vnějšího okraje vozidla. | In de breedte: het verst van het middenlangsvlak van het voertuig verwijderde punt op het lichtuitstralende oppervlak mag zich niet meer dan 400 mm van de buitenste rand van het voertuig bevinden. |
Na výšku: nejméně 250 mm a nejvýše 900 mm nad vozovkou (ne více než 1200 mm, jestliže je ve skupině s jinou zadní svítilnou, ne více než 1500 mm, pokud tvar karosérie neumožňuje dodržet 900 mm nebo 1200 mm). | In de hoogte: boven het wegdek, niet minder dan 250 mm en niet meer dan 900 mm (niet meer dan 1200 mm indien gegroepeerd met één of meer achterlichten), 1500 mm indien de vorm van de carrosserie het onmogelijk maakt een hoogte van 900, respectievelijk 1200 mm aan te houden). |
Vodorovný úhel: 30° dovnitř a ven. | Horizontale hoek: 30° naar binnen en naar buiten. |
Svislý úhel pod vodorovnou rovinu může být zmenšen na 5°, je-li odrazka namontována níže než 750 mm nad vozovkou. | De verticale hoek onder het horizontale vlak mag tot 5° worden verminderd als een retroflector zich minder dan 750 mm boven het wegdek bevindt. |
Činná plocha odrazky může mít části společné se zdánlivě viditelnou plochou jakékoli jiné zadní svítilny. | Het verlichtingsoppervlak van de retroflector mag delen gemeen hebben met het zichtbare oppervlak van andere lichten aan de achterkant. |
Zadní odrazka trojúhelníková (předpis č. 3) | Achterretroflector, driehoekig (Reglement nr. 3) |