Czech to Dutch European Commission terminology (DGT)

Search term or phrase in this TERMinator '. "." . '

Purchase TTMEM.com full membership to search this dictionary
 
 
Share this dictionary/glossary:
 

 
database_of_translation_agencies
 

SourceTarget
ŽivotnostDuurzaamheid
(Zkouška typu V)(test van type V)
Emise při nízké teplotěEmissies bij lage temperatuur
(Zkouška typu VI)(test van type VI)
(obě paliva) [7](beide brandstoffen) [7]
Palubní diagnostikaObd
(pouze B5)(alleen B5)
Popis zkoušekBeschrijving van de tests
Zkouška typu I (simulace průměrných emisí z výfuku po studeném startu).Test van type I (simulering van de gemiddelde uitlaatemissies na een koude start)
Vozidlo se umístí na vozidlový dynamometr, který je opatřen zařízením k simulaci zatížení a setrvačné hmotnosti.Het voertuig wordt op een rollenbank geplaatst die voorzien is van een systeem om de rijweerstand en de traagheid te simuleren.
Bez přerušení se provede zkouška, která trvá celkem 19 minut a 40 vteřin a která se skládá ze dvou částí, části 1 a části 2.Zonder onderbreking wordt een test uitgevoerd die in totaal 19 minuten en 40 seconden duurt en uit twee delen bestaat, namelijk deel 1 en deel 2.
Se souhlasem výrobce může být pro usnadnění seřízení zkušebního zařízení mezi konec části 1 a počátek části 2 vložen úsek bez zátěže, ne však delší než 20 vteřin.Tussen het einde van deel 1 en het begin van deel 2 mag, met instemming van de fabrikant, een periode van ten hoogste 20 seconden worden ingelast waarin geen monster wordt genomen, om de testapparatuur makkelijker te kunnen bijstellen.
U vozidel poháněných LPG nebo NG/biometanem se zkouška typu I vykoná pro různá složení LPG nebo NG/biometan, jak je stanoveno v příloze 12.Voertuigen die op lpg of ng/biomethaan rijden, moeten bij de test van type I op variaties in de samenstelling van het lpg of ng/biomethaan worden getest zoals beschreven in bijlage 12.
U vozidel, která mohou být poháněna benzinem nebo LPG nebo NG/biometanem se vykoná zkouška s oběma palivy a jejich činnost s LPG nebo s NG/biometanem se při této zkoušce ověří při různém složení LPG nebo NG/biometanu, jak je stanoveno v příloze 12.Voertuigen die hetzij op benzine, hetzij op lpg of ng/biomethaan kunnen rijden, moeten op beide brandstoffen worden getest, waarbij het lpg of ng/biomethaan op variaties in de samenstelling wordt getest zoals beschreven in bijlage 12.
Aniž je dotčen požadavek odstavce 5.3.1.2.1.1, vozidla, která mohou být poháněna benzinem i plynným palivem, avšak která mají benzinový systém jen pro nouzové účely nebo startování a jejichž benzinová nádrž nemá objem větší než 15 litrů benzinu, se pro zkoušku typu I pokládají za vozidla, která pracují jen s plynným palivem.Onverminderd het bepaalde in punt 5.3.1.2.1.1 zullen voertuigen die op benzine of gasvormige brandstof kunnen rijden, maar waarbij het benzinesysteem alleen voor noodsituaties of voor het starten dient en waarvan de benzinetank niet meer dan 15 l benzine kan bevatten, voor de test van type I worden beschouwd als voertuigen die alleen op gasvormige brandstof kunnen rijden.
Část 1 zkoušky se skládá ze čtyř základních městských cyklů.Deel 1 van de test bestaat uit vier elementaire stadscycli.
Každý základní městský cyklus obsahuje 15 fází (volnoběh, zrychlení, stálá rychlost, zpomalení atd.).Elke elementaire stadscyclus bestaat uit 15 fasen (stationair draaien, accelereren, constante snelheid, vertragen enz.).
Část 2 zkoušky je tvořena jedním cyklem mimo město.Deel 2 van de test bestaat uit één cyclus buiten de stad.
Cyklus mimo město obsahuje 13 fází (volnoběh, zrychlení, stálá rychlost, zpomalení atd.).De cyclus buiten de stad bestaat uit 13 fasen (stationair draaien, accelereren, constante snelheid, vertragen enz.).
Při zkoušce se ředí výfukové plyny a v jednom nebo více vacích se shromažďuje proporcionální vzorek.Tijdens de test worden de uitlaatgassen verdund en wordt een proportioneel monster in een of meer zakken opgevangen.
Výfukové plyny zkoušeného vozidla se ředí, odebírají vzorky a analyzují níže uvedeným postupem a změří se celkový objem zředěných výfukových plynů.De uitlaatgassen van het geteste voertuig worden verdund, bemonsterd en geanalyseerd volgens de hierna beschreven procedure en het totale volume van het verdunde uitlaatgas wordt gemeten.
U vozidel vybavených vznětovými motory se musí změřit nejen emise oxidu uhelnatého, uhlovodíků a oxidů dusíku, ale také emise znečišťujících částic.Van voertuigen met compressieontstekingsmotor worden niet alleen de koolmonoxide-, koolwaterstof- en stikstofoxidenemissies geregistreerd, maar ook de deeltjesemissies.
Zkouška se provádí postupem zkoušky typu I popsaným v příloze 4a.De test wordt uitgevoerd volgens de procedure van de test van type I zoals beschreven in bijlage 4a.
Metoda sběru a analýzy plynů je stanovena v dodatcích 2 a 3 přílohy 4a. Metoda odběru a analýzy částic musí odpovídat ustanovení dodatků 4 a 5 přílohy 4a.Het opvangen en analyseren van de gassen moet plaatsvinden volgens de in de aanhangsels 2 en 3 van bijlage 4a voorgeschreven methode en het bemonsteren en analyseren van de deeltjes volgens de in de aanhangsels 4 en 5 van bijlage 4a voorgeschreven methode.
Aniž jsou dotčeny požadavky odstavce 5.3.1.5, se zkouška opakuje třikrát.Behoudens het bepaalde in punt 5.3.1.5 moet de test driemaal worden herhaald.
Výsledky se vynásobí příslušnými faktory zhoršení podle odstavce 5.3.6 a u periodicky se regenerujících systémů definovaných v odstavci 2.20 se vynásobí rovněž faktory Ki podle přílohy 13.De resultaten worden vermenigvuldigd met de passende verslechteringsfactoren die overeenkomstig punt 5.3.6 zijn verkregen en moeten bij periodiek regenererende systemen zoals gedefinieerd in punt 2.20, ook worden vermenigvuldigd met de factoren Ki die overeenkomstig bijlage 13 zijn verkregen.
Výsledné hmotnosti plynných emisí, a v případě vozidel vybavených vznětovými motory i hmotnosti částic získané při každé zkoušce, musí být menší než mezní hodnoty uvedené v tabulce 1 níže:De resulterende massa van de gasvormige emissies en, bij voertuigen met compressieontstekingsmotor, de deeltjesmassa die bij elke test wordt verkregen, moeten onder de grenswaarden liggen die in de onderstaande tabel zijn aangegeven:
Mezní hodnoty emisíEmissiegrenswaarden
Legenda: PI = zážehové motory, CI = vznětové motoryLegenda: PI = elektrische ontsteking, CI = compressieontsteking
Mezní hodnotyGrenswaarden
Referenční hmotnost (RM)Referentiemassa (RM)
Hmotnost oxidu uhelnatéhoMassa koolmonoxide
Celková hmotnost uhlovodíkůMassa totale koolwater-stoffen
Hmotnost oxidů dusíkuMassa stikstofoxiden
Součet hmotností uhlovodíků a oxidů dusíkuGecombineerde massa koolwaterstoffen en stikstofoxiden
Hmotnost částicMassa van het deeltjesmateriaal
Množství částicDeeltjesaantal
Aniž jsou dotčeny požadavky odstavce 5.3.1.4, může být pro každou znečišťující látku nebo kombinaci znečišťujících látek u jedné ze tří výsledných hmotností překročena předepsaná mezní hodnota nejvýše o 10 % za předpokladu, že aritmetický průměr ze tří výsledků je nižší než stanovená mezní hodnota.Onverminderd het bepaalde in punt 5.3.1.4 mag voor elke verontreinigende stof of combinatie van verontreinigende stoffen een van de drie resulterende massa’s de voorgeschreven grenswaarde met ten hoogste 10 % overschrijden, mits het rekenkundig gemiddelde van de drie resultaten onder de voorgeschrevengrenswaarde blijft.
Pokud jsou předepsané mezní hodnoty překročeny u více než jedné znečisťující látky, je nepodstatné, zda se to stane u stejné zkoušky, nebo u různých zkoušek.Indien de voorgeschreven grenswaarden voor meer dan één verontreinigende stof worden overschreden, is het van geen belang of deze overschrijdingen bij een en dezelfde test dan wel bij verschillende tests worden vastgesteld.
Jsou-li zkoušky prováděny s plynnými palivy, musí být výsledná hmotnost emisí menší, než jsou mezní hodnoty pro vozidla s benzinovým motorem ve výše uvedené tabulce.Wanneer de tests met gasvormige brandstoffen worden uitgevoerd, moet de resulterende massa van de gasvormige emissies onder de in bovenstaande tabel vermelde grenswaarden voor voertuigen met benzinemotor liggen.
Počet zkoušek předepsaných v odstavci 5.3.1.4 se sníží podle níže definovaných podmínek, kdy V1 je výsledek první zkoušky a V2 výsledek druhé zkoušky pro každou znečišťující látku nebo pro kombinované emise dvou znečišťujících látek, na něž se vztahují omezení.Het in punt 5.3.1.4 voorgeschreven aantal tests wordt beperkt onder de hierna gedefinieerde voorwaarden, waarbij V1 het resultaat is van de eerste test en V2 het resultaat van de tweede test voor elke verontreinigende stof of gecombineerde emissie van twee verontreinigende stoffen die aan een grenswaarde zijn gebonden.
Pouze jedna zkouška se vykoná tehdy, je-li výsledek pro každou znečišťující látku nebo pro kombinované emise dvou limitovaných znečišťujících látek menší nebo roven 0,70 L (tj. V1 ≤ 0,70 L).Er wordt maar één test uitgevoerd indien het resultaat voor elke verontreinigende stof of gecombineerde emissie van twee verontreinigende stoffen die aan een grenswaarde zijn gebonden, ten hoogste 0,70 L bedraagt (d.w.z. V1 ≤ 0,70 L).
Není-li splněn požadavek odstavce 5.3.1.5.1, vykonají se jen dvě zkoušky, pokud jsou pro každou znečišťující látku nebo pro kombinované emise dvou limitovaných znečišťujících látek splněny následující požadavky:Als niet aan het voorschrift van punt 5.3.1.5.1 is voldaan, worden maar twee tests uitgevoerd indien voor elke aan een grenswaarde gebonden verontreinigende stof of gecombineerde emissie van twee verontreinigende stoffen de volgende voorwaarden zijn vervuld:
V1 ≤ 0,85 L a V1 + V2 ≤ 1,70 L a V2 ≤ L.V1 ≤ 0,85 L en V1 + V2 ≤ 1,70 L en V2 ≤ L.
Vývojový diagram zkoušky typu I pro schválení typuStroomschema voor typegoedkeuring van type I
Zkouška typu II (zkouška emisí oxidu uhelnatého při volnoběhu)Test van type II (koolmonoxide-emissietest bij stationair toerental)
Tato zkouška se vykoná se všemi vozidly se zážehovým motorem následujícím způsobem:Deze test wordt uitgevoerd op alle voertuigen met elektrische-ontstekingsmotor.
Vozidla, která mohou používat buď benzin, nebo LPG nebo NG/biometan, se podrobí zkoušce typu II s oběma palivy.Voertuigen die hetzij op benzine, hetzij op lpg of ng/biomethaan kunnen rijden, moeten bij de test van type II op beide brandstoffen worden getest.
Aniž je dotčen požadavek odstavce 5.3.2.1.1, vozidla, která mohou být poháněna benzinem i plynným palivem, avšak která mají benzinový systém jen pro nouzové účely nebo startování a jejichž benzinová nádrž nemá objem větší než 15 litrů benzinu, se pro zkoušku typu II pokládají za vozidla, která pracují jen s plynným palivem.Onverminderd het bepaalde in punt 5.3.2.1.1 zullen voertuigen die op benzine of gasvormige brandstof kunnen rijden, maar waarbij het benzinesysteem alleen voor noodsituaties of voor het starten dient en waarvan de benzinetank niet meer dan 15 l benzine kan bevatten, voor de test van type II worden beschouwd als voertuigen die alleen op gasvormige brandstof kunnen rijden.
V případě zkoušky typu II stanovené v příloze 5 je maximální povolený obsah oxidu uhelnatého ve výfukových plynech při volnoběhu takový, jaký uvádí výrobce vozidla.Voor de in bijlage 5 beschreven test van type II, bij normaal stationair motortoerental, moet het maximaal toelaatbare koolmonoxidegehalte van de uitlaatgassen zijn zoals opgegeven door de voertuigfabrikant.
Maximální obsah oxidu uhelnatého by nicméně neměl překročit 0,3 % obj.Het mag echter niet meer dan 0,3 vol. % bedragen.
Objem oxidu uhelnatého ve výfukových plynech při vysokých volnoběžných otáčkách nesmí překročit 0,2 %, přičemž rychlost motoru dosahuje minimálně 2000 min.–1 a lambda je 1 ± 0,03 nebo odpovídá specifikacím výrobce.Bij hoog stationair motortoerental mag het volumepercentage koolmonoxide van de uitlaatgassen niet meer dan 0,2 % bedragen, waarbij het toerental ten minste 2000 min-1 bedraagt en lambda gelijk is aan 1 ± 0,03 volgens fabrieksopgave.
Zkouška typu III (ověření emisí plynů z klikové skříně)Test van type III (controle van de emissies van cartergassen)
Tato zkouška se provede se všemi vozidly uvedenými v odstavci 1, kromě vozidel se vznětovými motory.Deze test moet op alle in punt 1 bedoelde voertuigen, behalve die met compressieontstekingsmotor, worden uitgevoerd.
Vozidla, která mohou používat jako palivo benzin, nebo LPG nebo NG, se při zkoušce typu III zkouší pouze s benzinem.Voertuigen die hetzij op benzine, hetzij op lpg of ng kunnen rijden, moeten bij de test van type III alleen op benzine worden getest.
Aniž je dotčen požadavek odstavce 5.3.3.1.1, vozidla, která mohou být poháněna benzinem i plynným palivem, avšak která mají benzinový systém jen pro nouzové účely nebo startování a jejichž benzinová nádrž nemá objem větší než 15 litrů benzinu, se prozkoušku typu III pokládají za vozidla, která pracují jen s plynným palivem.Onverminderd het bepaalde in punt 5.3.3.1.1 zullen voertuigen die op benzine of gasvormige brandstof kunnen rijden, maar waarbij het benzinesysteem alleen voor noodsituaties of voor het starten dient en waarvan de benzinetank niet meer dan 15 l benzine kan bevatten, voor de test van type III worden beschouwd als voertuigen die alleen op gasvormige brandstof kunnen rijden.
Při zkoušce podle přílohy 6 nesmí větrací systém klikové skříně umožňovat únik plynů z klikové skříně do ovzduší.Bij de tests overeenkomstig bijlage 6 mag het carterventilatiesysteem van de motor geen enkele emissie van cartergassen in de lucht mogelijk maken.
Zkouška typu IV (stanovení emisí způsobených vypařováním)Test van type IV (bepaling van de verdampingsemissies)
Tato zkouška se provede se všemi vozidly uvedenými v odstavci 1, kromě vozidel se vznětovými motory a vozidel poháněných LPG nebo NG/biometanem.Deze test moet op alle in punt 1 bedoelde voertuigen worden uitgevoerd, met uitzondering van voertuigen met compressieontstekingsmotor en voertuigen die op lpg of ng/biomethaan rijden.
Vozidla, která mohou být poháněna benzinem i LPG nebo NG/biometanem, by při zkoušce typu IV měla být zkoušena pouze s benzinem.Voertuigen die op benzine, lpg of ng/biomethaan kunnen rijden, moeten bij de test van type IV alleen op benzine worden getest.

Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership