Czech to Dutch European Commission terminology (DGT)

Search term or phrase in this TERMinator '. "." . '

Purchase TTMEM.com full membership to search this dictionary
 
 
Share this dictionary/glossary:
 

 
database_of_translation_agencies
 

SourceTarget
Skutečný obsah síry v palivu použitém ke zkoušce typu I se uvede v protokolu.Het reële zwavelgehalte van de brandstof die voor de test van type I wordt gebruikt, moet worden gerapporteerd.
Do tohoto referenčního paliva se nesmí záměrně přidávat žádné složky obsahující fosfor, železo, mangan nebo olovo.Fosfor-, ijzer-, mangaan- of loodhoudende verbindingen mogen niet opzettelijk aan deze referentiebrandstof worden toegevoegd.
V případech sporů se použijí postupy pro řešení sporů a interpretaci výsledků založené na přesnosti metody popsané v EN ISO 4259.Bij geschillen moeten de in EN ISO 4259 beschreven procedures voor het oplossen van geschillen en voor de interpretatie van de resultaten op basis van de precisie van de testmethode worden toegepast.
V případech vnitrostátních sporů týkajících se obsahu síry se použije, podobně jako je tomu v odkazu na vnitrostátní přílohu knormě EN 228, buď norma EN ISO 20846 nebo norma EN ISO 20884.Bij nationale geschillen over het zwavelgehalte moet een beroep worden gedaan op hetzij EN ISO 20846, hetzij EN ISO 20884 overeenkomstig de verwijzing in de nationale bijlage bij EN 228.
Jediným oxygenátem, který smí být záměrně přidán do tohoto referenčního paliva, je etanol splňující specifikaci EN 15376.Ethanol die aan de specificatie van EN 15376 voldoet, is de enige zuurstofhoudende verbinding die opzettelijk aan deze referentiebrandstof moet worden toegevoegd.
Obsah bezolovnatého benzinu lze stanovit jako 100 mínus součet procentního obsahu vody a alkoholů.Het gehalte aan loodvrije benzine kan worden bepaald als 100 min de som van het percentage water en alcoholen.
Uvedený rozsah cetanového čísla není ve shodě s požadavky minimálního rozsahu 4R.Het opgegeven gebied voor het cetaangetal is niet in overeenstemming met het voorgeschreven minimum van 4R.
Avšak v případě rozporu mezi dodavatelem paliva a spotřebitelem paliva může být k vyřešení tohoto rozporu použito znění ISO 4259 za předpokladu, že místo jednotlivého měření se provedou opakovaná měření v dostatečném počtu nutném k určení potřebné přesnosti.Bij geschillen tussen brandstofleverancier en gebruiker kunnen de bepalingen van ISO 4259 evenwel worden toegepast om die geschillen op te lossen, mits er bij voorkeur niet één meting, maar herhaalde en voldoende metingen worden verricht om de vereiste nauwkeurigheid te bereiken.
Přestože se stálost vůči oxidaci kontroluje, je pravděpodobné, že skladovatelnost je omezená.Ook al wordt de oxidatiebestendigheid onder controle gehouden, toch zal de houdbaarheid waarschijnlijk beperkt zijn.
Je třeba si vyžádat od dodavatele pokyny o podmínkách skladování a životnosti.De leverancier moet om advies worden gevraagd over de voorwaarden en de duur van de opslag.
Stabilitu vůči oxidaci lze prokázat prostřednictvím EN-ISO 12205 nebo EN 14112.De oxidatiebestendigheid kan volgens EN-ISO 12205 of volgens EN 14112 worden aangetoond.
Tento požadavek bude přezkoumán na základě hodnocení výkonnosti oxidační stability a zkušebních mezních hodnot CEN/TC19.Dit voorschrift zal worden herzien aan de hand van CEN/TC19-evaluaties van de oxidatiebestendigheid en de testgrenswaarden.
Obsah metylesterů mastných kyselin pro splnění specifikace EN 14214.Het vetzuurmethylestergehalte moet voldoen aan de specificatie van EN 14214.
SPECIFIKACE PLYNNÝCH REFERENČNÍCH PALIVSPECIFICATIES VAN GASVORMIGE REFERENTIEBRANDSTOFFEN
Technické údaje referenčních paliv LPG ke zkoušení vozidel na mezní hodnoty emisí podle tabulky 1 v odst. 5.3.1.4 – zkouška typu ITechnische gegevens van de lpg-referentiebrandstoffen die worden gebruikt om voertuigen op de emissiegrenswaarden in tabel 1 van punt 5.3.1.4 te testen — Test van type I
Palivo Abrandstof A
Palivo Bbrandstof B
Složení:Samenstelling:
Obsah C3C3-gehalte
% obj.vol. %
Obsah C4C4-gehalte
zůstatek [1]rest [1]
Zbytek odparuVerdampingsresidu
Obsah vody při 0 °CWater bij 0 °C
žádnývrij
Celkový obsah síryTotaal zwavelgehalte
SirovodíkWaterstofsulfide
žádnýgeen
ZápachGeur
charakteristickýkenmerkend
Oktanové číslo motorovou metodouMotoroctaangetal
EN 589 příloha BEN 589, bijlage B
Technické údaje referenčního paliva NG nebo biometanTechnische gegevens van de referentiebrandstoffen ng en biomethaan
CharakteristikaKenmerken
JednotkyEenheid
Referenční palivo G20Referentiebrandstof G20
MetanMethaan
% molmol. %
Zůstatek [3]Rest [3]
Obsah síryZwavelgehalte
Wobbeho index (netto)Wobbe-index (netto)
Referenční palivo G25Referentiebrandstof G25
Zůstatkem se rozumí: zůstatek = 100 – C3 ≤ C3 ≥ C4.Hierbij geldt: rest = 100 – C3 ≤ C3 ≥ C4.
Touto metodou se nemusí určit přítomnost korodujících látek přesně, jestliže vzorek obsahuje inhibitory koroze nebo jiné chemikálie, které zmenšují korozivní působení vzorku na proužek mědi.Indien het monster corrosieremmers of andere chemische stoffen bevat die de corrosiviteit van het monster op de koperstrip verminderen, kan de aanwezigheid van corrosieve stoffen met deze methode niet altijd nauwkeurig worden bepaald.
Proto je zakázáno přidávat takové složky jen za účelem ovlivnění zkušební metody.Het is dan ook verboden dergelijke stoffen toe te voegen met als enig doel de test te beïnvloeden.
Inertní plyny (jiné než N2) + C2 + C2+.Inerte gassen (andere dan N2) + C2 + C2+.
Hodnota se musí stanovit při teplotě 293,2 K (20 °C) a tlaku 101,3 kPa.Waarde te bepalen bij 293,2 K (20 °C) en 101,3 kPa.
Tato příloha se týká funkčních hledisek palubního diagnostického systému (OBD) pro kontrolu emisí motorových vozidel.Deze bijlage betreft de functionele aspecten van boorddiagnosesystemen (obd-systemen) ter beheersing van de emissies van motorvoertuigen.
Pro účely této přílohy se rozumí:Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder: 2.1.
zkratkou „OBD“ palubní diagnostický systém kontroly emisí, který je schopen identifikovat pravděpodobnou oblast závady pomocí chybových kódů uložených v paměti počítače;„obd” een boorddiagnosesysteem voor emissiebeheersing dat bij een storing dankzij in een computergeheugen opgeslagen foutcodes kan aangeven in welk gebied de storing vermoedelijk is opgetreden; 2.2.
„typem vozidla“ kategorie motorových vozidel, která se neliší v zásadních vlastnostech motoru a systému OBD;„voertuigtype” een categorie motorvoertuigen die onderling niet verschillen wat de essentiële kenmerken van de motor en het obd-systeem betreft; 2.3.
„rodinou vozidel“ výrobcem stanovená skupina vozidel, u kterých lze s ohledem na jejich konstrukci očekávat, že budou mít podobné emise z výfuku a podobné vlastnosti systému OBD.„voertuigfamilie” een door de fabrikant gedefinieerde groep voertuigen die op grond van hun ontwerp geacht worden ongeveer dezelfde kenmerken op het gebied van uitlaatemissie en obd-systeem te bezitten.
Každé vozidlo této rodiny musí splňovat požadavky tohoto předpisu uvedené v dodatku 2 k této příloze;Elk voertuig van deze familie moet hebben voldaan aan de voorschriften van dit reglement zoals gedefinieerd in aanhangsel 2; 2.4.
„systémem pro regulaci emisí“ elektronická řídicí jednotka motoru a všechny součásti související s emisemi z výfuku nebo s emisemi způsobenými vypařováním, které dodávají vstupní signály nebo přijímají signály z řídicí jednotky;„emissiebeheersingssysteem” het elektronische motormanagement en alle emissiegerelateerde onderdelen van het uitlaat- of verdampingssysteem die input leveren aan of output ontvangen van het motormanagement; 2.5.
„indikátorem chybné funkce (MI)“ optický nebo akustický indikátor, který zřetelně informuje řidiče vozidla v případě chybné funkce jakékoliv součásti související s emisemi a napojené na systém OBD nebo chybné funkce samotného systému OBD;„storingsindicator (MI)” een optische of akoestische indicator die de bestuurder van het voertuig duidelijk op de hoogte brengt vaneen storing in een van de emissiegerelateerde onderdelen die op het obd-systeem zijn aangesloten, of in het obd-systeem zelf; 2.6.
„chybnou funkcí“ se rozumí porucha součásti nebo systému souvisejících s emisemi, která může vést ke zhoršení emisí nad mezní hodnoty stanovené v odstavci 3.3.2, nebo neschopnost systému OBD splňovat zásadní požadavky stanovené v této příloze;„storing” een fout in een emissiegerelateerd onderdeel of systeem die ertoe zou leiden dat de emissies de grenswaarden van punt 3.3.2 overschrijden, of een situatie waarin het obd-systeem niet aan de fundamentele bewakingsvoorschriften van deze bijlage kan voldoen; 2.7.
„sekundárním vzduchem“ vzduch přiváděný do výfukového systému pumpou, sacím ventilem nebo jiným způsobem za účelem napomoci oxidaci HC a CO obsažených v proudu výfukových plynů;„secundaire lucht” lucht die door een pomp, aanzuigklep of ander systeem in het uitlaatsysteem wordt gebracht en die de oxidatie van koolwaterstoffen en CO in het uitlaatgas moet bevorderen; 2.8.
„selháním zapalování motoru“ případ, kdy nedojde ke spalování ve válci zážehového motoru, protože nevznikne jiskra, z důvodu špatného dávkování paliva, nedostatečné komprese nebo z jakékoliv jiné příčiny.„ontstekingsfout” het niet-ontbranden van het mengsel in de cilinder van een elektrische-ontstekingsmotor door het ontbreken van een vonk, door gebrekkige brandstofdosering, slechte compressie of andere oorzaken.
Při sledování systémem OBD to znamená takové procento selhání zapalování z celkového počtu zapalování (stanovené výrobcem), které může u emisí způsobit překročení mezních hodnot stanovených v odstavci 3.3.2 nebo takové procento, které u katalyzátoru nebo katalyzátorů může vést k přehřátí a nevratnému poškození;In termen van obd-bewaking: het percentage ontstekingsfouten op het totale aantal ontstekingspogingen (volgens opgave van de fabrikant) dat zou leiden tot overschrijding van de grenswaarden van punt 3.3.2 of tot oververhitting van de katalysator of katalysatoren met onherstelbare schade als gevolg; 2.9.
„zkouškou typu I” jízdní cyklus (část 1 a 2) určený ke schvalování emisí, podrobně popsaný v tabulce 1 a 2 přílohy 4a;„test van type I” de in de tabellen 1 en 2 van bijlage 4a gedetailleerde rijcyclus (deel 1 en deel 2) die bij emissiekeuringen wordt toegepast; 2.10.

Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership