Source | Target | Poplašný systém může být vybaven zařízením, které generuje poplašný signál rádiovým přenosem. | Het AS mag een voorziening bevatten die via radiotransmissie een alarmsignaal genereert. |
Nastavení a odstavení poplašného systému | In- en uitschakelen van het AS |
Pro nastavení poplašného systému jsou přípustné jakékoli vhodné prostředky pod podmínkou, že tyto prostředky nezpůsobíneúmyslný planý poplach. | Voor het inschakelen van het AS is elk geschikt middel toegestaan, mits het geen onopzettelijk vals alarm veroorzaakt. |
Odstavení poplašného systému musí být možné dosáhnout pomocí některého z níže uvedených zařízení nebo jejich kombinace. | Het AS moet met een of meer van de volgende voorzieningen kunnen worden uitgeschakeld. |
Přípustná jsou i jiná zařízení s rovnocenným účinkem. | Andere voorzieningen die hetzelfde resultaat opleveren, zijn toegestaan: |
Je-li spínací zařízení pro odstavení poplašného systému namontováno uvnitř chráněného prostoru, musí být zvukové a optické signály aktivovány se zpožděním nejméně 5 sekund a nejvýše 15 sekund. | Als de voorziening voor het uitschakelen van het AS binnen de beveiligde ruimte is gemonteerd, is een instapvertraging van ten minste 5 en ten hoogste 15 seconden toegestaan voordat de optische en geluidssignalen in werking treden. |
Pro podávání informací o stavu poplašného systému (nastavení, odstavení, nastavená doba poplachu, aktivace poplachu) jsou přípustné optické indikátory uvnitř i vně prostoru pro cestující. | Om informatie over de toestand van het AS (ingeschakeld, uitgeschakeld, alarmvertraging, alarm geactiveerd) te verstrekken, zijn optische indicatoren binnen en buiten de passagiersruimte toegestaan. |
Zdrojem napájení poplašného systému musí být buď akumulátor vozidla, nebo akumulátor, který je schopen opětovného nabití. | De stroombron voor het AS moet de accu van het voertuig of een oplaadbare accu zijn. |
Při nastavování poplašného systému mohou být funkcí samočinné kontroly (kontrolou správnosti) detekovány a indikovány anomální stavy, například otevřené dveře apod. | Bij het inschakelen van het AS mogen ongewone situaties, zoals openstaande portieren, via een zelfcontrolefunctie (plausibiliteitscontrole) worden gedetecteerd en gemeld. |
Optický a/nebo zvukový a/nebo rádiový poplach nezávislý na stavu (nastavení nebo odstavení) a/nebo funkci poplašného systému je přípustný. | Een optisch en/of akoestisch en/of draadloos alarm is toegestaan, ongeacht de toestand (in- of uitgeschakeld) en/of functie van het AS. |
Tento poplach může být spuštěn zevnitř vozidla a nesmí ovlivňovat stav (nastavení nebo odstavení) poplašného systému. | Een dergelijk alarm moet vanuit het voertuig worden geactiveerd en mag geen invloed hebben op de toestand (in- of uitgeschakeld) van het AS. |
ZKUŠEBNÍ PODMÍNKY | TESTVOORWAARDEN |
Všechny konstrukční části poplašného systému vozidel nebo poplašného systému musí projít zkouškami v souladu s postupy podle bodu 6.4. | Alle onderdelen van het VAS of AS moeten worden getest volgens de procedures van punt 6.4. |
Tento požadavek se nevztahuje na: | Dit voorschrift geldt niet voor: |
konstrukční části, které jsou namontovány a jsou zkoušeny jako součást vozidla bez ohledu na to, zda poplašný systém vozidel / poplašný systém je nebo není namontován (například svítilny), nebo | onderdelen die worden gemonteerd en getest als deel van het voertuig, ongeacht of een VAS/AS is gemonteerd (bv. lichten), of |
konstrukční části, které byly již dříve zkoušeny jako součásti vozidla a existují o tom písemné doklady. | onderdelen die al eerder als deel van het voertuig zijn getest en waarvan schriftelijke bewijzen zijn overgelegd. |
Ke každému vozidlu musí být poskytnut: | Elk voertuig moet vergezeld gaan van: |
Návod k použití. | gebruiksaanwijzingen; |
obecné upozornění nanebezpečí spojená s případnými úpravami nebo doplňky systému. | een algemene waarschuwing voor de gevaren van wijziging of uitbreiding van het systeem. |
Pro účely části IV tohoto předpisu se použijí následující definice: | Voor de toepassing van deel IV wordt verstaan onder: 8.1.1. |
„Imobilizérem“ se rozumí zařízení určené k tomu, aby zabránilo odjezdu vozidla poháněného svým vlastním motorem (ochrana proti neoprávněnému použití). | „immobilisatiesysteem” een voorziening die moet voorkomen dat met een voertuig met behulp van zijn eigen krachtbron normaal wordt weggereden (beveiliging tegen onrechtmatig gebruik); 8.1.2. |
„Ovládacím zařízením“ se rozumí zařízení nutné pro nastavení nebo odstavení imobilizéru. | „bedieningsapparatuur” apparatuur die nodig is om een immobilisatiesysteem in- en/of uit te schakelen; 8.1.3. |
„Indikátorem stavu“ se rozumí zařízení určené k indikaci stavu imobilizéru (nastavení/odstavení, změny ze stavu nastavení na odstavení a naopak). | „toestandsindicator” een voorziening die de toestand moet aangeven waarin het immobilisatiesysteem verkeert (in-/uitgeschakeld, overgang van in- naar uitgeschakeld en omgekeerd); 8.1.4. |
„Stavem nastavení“ se rozumí stav, ve kterém vozidlo nemůže být běžně poháněno vlastním motorem. | „ingeschakelde toestand” de toestand waarin met het voertuig niet met behulp van de eigen krachtbron normaal kan worden gereden; 8.1.5. |
„Stavem odstavení“ se rozumí stav, ve kterém vozidlo může být běžně poháněno. | „uitgeschakelde toestand” de toestand waarin met het voertuig normaal kan worden gereden; 8.1.6. |
„Klíčem“ se rozumí jakékoli zařízení konstruované a vyrobené k ovládání blokovacího systému, který je konstruován a vyroben tak, aby mohl být ovládán pouze tímto zařízením. | „sleutel” elke voorziening die ontworpen en gebouwd is om een vergrendelingssysteem te bedienen dat zelf ontworpen en gebouwd is om alleen door die voorziening te worden bediend; 8.1.7. |
„Vyřazením z činnosti“ se rozumí konstrukční úprava blokující imobilizér ve stavu odstavení. | „uitschakelvergrendeling” een voorziening om het immobilisatiesysteem in de uitgeschakelde toestand te vergrendelen; 8.1.8. |
„Typem imobilizéru“ se rozumí systémy, které se výrazně neliší v těchto podstatných ohledech: | „type immobilisatiesysteem” systemen die onderling niet significant verschillen op essentiële punten zoals: |
druh ovládacího zařízení; | het soort bedieningsapparatuur; |
způsob činnosti na dotyčném systému (systémech) vozidla (podle bodu 8.3.1). | de beoogde werking op de relevante voertuigsystemen (zoals bedoeld in punt 8.3.1); 8.1.10. |
„Typem vozidla, pokud jde o jeho imobilizér,“ se rozumí vozidla, která se výrazně neliší v těchto podstatných ohledech: | „voertuigtype wat het immobilisatiesysteem betreft” voertuigen die onderling niet significant verschillen op essentiële punten zoals: |
vlastnosti vozidla, které významně ovlivňují funkci imobilizéru; | de voertuigkenmerken die van significante invloed zijn op de prestaties van het immobilisatiesysteem; |
typ a konstrukce imobilizéru. | het type en ontwerp van het immobilisatiesysteem. |
Imobilizér musí být možné nastavit a odstavit v souladu s těmito požadavky. | Het immobilisatiesysteem moet volgens deze voorschriften kunnen worden in- en uitgeschakeld. |
Je-li imobilizér vybaven zařízením pro rádiový přenos, například pro nastavení nebo odstavení, musí splňovat odpovídající normy ETSI (viz pozn. pod čarou 1 náležející k bodu 6.2.3), např. EN 300 220-1 V1.3.1. (2000-09), EN300 220-2 V1.3.1. (2000-09), EN 300 220-3 V1.1.1. (2000-09) a EN 301 489-3 V1.2.1. (2000-08) (včetně všech doporučujících požadavků). | Als het immobilisatiesysteem de mogelijkheid biedt van radiotransmissie, bv. voor het in- of uitschakelen, moet het voldoen aan de relevante ETSI-normen (zie voetnoot 1 bij punt 6.2.3), bv. EN 300 220-1 V1.3.1 (2000-09), EN 300 220-2 V1.3.1 (2000-09), EN 300 220-3 V1.1.1 (2000-09) en EN 301 489-3 V1.2.1 (2000-08) (inclusief aanbevelingen). |
Kmitočet a maximální vyzářený výkon rádiových přenosů pro nastavení a odstavení imobilizéru musí splňovat doporučení 70-03 (17. února 2000) CEPT/ERC (viz pozn. pod čarou 2 náležející k bodu 6.2.3) týkající se provozování zařízení krátkého dosahu (viz pozn. pod čarou 3 náležející k bodu 6.2.3). | De frequentie en de maximale zendkracht van de radiogolven voor het in- en uitschakelen van het immobilisatiesysteem moeten beantwoorden aan aanbeveling 70-03 (17 februari 2000) van de CEPT/ERC (zie voetnoot 2 bij punt 6.2.3) met betrekking tot het gebruik van zendinrichtingen met kort zendbereik (zie voetnoot 3 bij punt 6.2.3). |
Imobilizér a jeho instalace musí být provedeny tak, aby každé vozidlo vybavené imobilizérem nadále splňovalo technické požadavky. | Het immobilisatiesysteem moet zo zijn ontworpen en worden geïnstalleerd dat elk daarmee uitgerust voertuig nog steeds aan de technische voorschriften voldoet. |
Imobilizér nesmí být možné uvést do stavu nastavení, je-li klíček zapalování v poloze pro chod motoru, kromě případů, kdy: | Het mag niet mogelijk zijn het immobilisatiesysteem in te schakelen wanneer de contactsleutel zich in de stand „draaiende motor” bevindt, behalve als: |
je vozidlo vybaveno nebo určeno k vybavení jako vozidlo pro účely záchranné služby, hasičů nebo policie; nebo | het voertuig uitgerust is of bestemd is om te worden uitgerust als ambulance, brandweerwagen of politievoertuig, of |
jeho motor musí: | de motor gebruikt wordt om: |
pohánět stroj, který je součástí vozidla nebo je do něj namontován, za jiným účelem, než je jízda s tímto vozidlem, nebo | machines aan te drijven die deel uitmaken van het voertuig of erop gemonteerd zijn en die niet bestemd zijn om het voertuig aan te drijven, of |
zachovávat elektrickou energii akumulátorů vozidla na úrovni požadované pro pohon uvedeného stroje nebo zařízení; | de elektrische stroom van de accu's van het voertuig op het peil te houden dat nodig is om die machines of apparaten aan te drijven; |
a kdy vozidlo stojí se zataženou ruční brzdou. | en het voertuig stilstaat met geactiveerde parkeerrem. |
Je-li uplatňována tato výjimka, je nutno tuto skutečnost uvést v bodu 2 doplňku formuláře sdělení (příloha 2 tohoto předpisu). | Als gebruik wordt gemaakt van deze uitzondering, moet dit onder punt 2 van het addendum bij het mededelingenformulier (bijlage 2) worden vermeld. |
Imobilizér nesmí být možné natrvalo vyřadit z činnosti. | Een immobilisatiesysteem mag niet permanent kunnen worden uitgeschakeld. |
Imobilizér musí být konstruován a zhotoven tak, aby jeho instalace neměla nepříznivý vliv na požadovanou funkci a na bezpečný provoz vozidla, ani v případě poruchy. | Het immobilisatiesysteem moet zo ontworpen en gebouwd zijn dat het na installatie de beoogde functie en de veilige werking van het voertuig niet nadelig beïnvloedt, zelfs niet in geval van storing. |
Imobilizér musí být konstruován a zhotoven tak, aby po instalaci do vozidla podle návodu výrobce nemohl být rychle a nenápadně vyřazen z provozu nebo zničen, například použitím levných nástrojů, které lze snadno ukrýt, zařízení nebo snadno dostupných přístrojů. | Het immobilisatiesysteem moet zo zijn ontworpen en gebouwd dat het, na installatie op het voertuig volgens de instructies van de fabrikant, niet snel en zonder de aandacht te trekken buiten werking kan worden gesteld of kan worden vernield, bv. met behulp van goedkope en gemakkelijk te verbergen gereedschappen, instrumenten of voorwerpen die voor het grote publiek gemakkelijk verkrijgbaar zijn. |
Vyřazení imobilizéru vyjmutím jeho hlavní konstrukční části nebo sestavy musí být obtížné a časově náročné. | Het moet moeilijk en tijdrovend zijn om een belangrijk onderdeel of een combinatie van onderdelen te vervangen met als doel het immobilisatiesysteem te omzeilen. |
Imobilizér musí být konstruován a zhotoven tak, aby byl schopen po instalaci podle návodu výrobce po dobu přiměřené životnosti odolávat prostředí ve vozidle (zkouška podle bodu 8.4). | Het immobilisatiesysteem moet zo zijn ontworpen en gebouwd dat het, na installatie op het voertuig volgens de instructies van de fabrikant, tijdens een redelijke levensduur bestand is tegen het in het voertuig heersende klimaat (voor de tests: zie punt 8.4). |
Instalace imobilizéru zejména nesmí nepříznivě ovlivňovat elektrické vlastnosti palubní sítě vozidla (křížení vedení, bezpečnost kontaktů apod.). | Met name de elektrische eigenschappen van de in het voertuig gemonteerde circuits mogen niet ongunstig worden beïnvloed door de toevoeging van het immobilisatiesysteem (doorsnede van de aansluitdraden, kwaliteit van de contacten enz.). |
Imobilizér může být kombinován s jinými systémy vozidla nebo může být do nich zabudován (například do řízení motoru, poplašných systémů). | Een immobilisatiesysteem mag worden gecombineerd met andere voertuigsystemen of daarin worden geïntegreerd (bv. motormanagement, alarmsystemen). |
Nesmí být možné, aby imobilizér bránil uvolnění brzd vozidla, s výjimkou imobilizéru, který brání uvolnění pneumaticky uvolňovaných pružinových brzd [9]a funguje tak, že v běžném provozu nebo při poruše jsou splněny technické požadavky předpisu č. 13 ve znění platném v době žádosti o schválení typu podle tohoto předpisu. | Een immobilisatiesysteem mag het deblokkeren van de remmen van het voertuig niet verhinderen, tenzij het gaat om een immobilisatiesysteem dat het deblokkeren van pneumatische veerremmen [9]verhindert en dat zo functioneert dat bij normaal gebruik of bij storingen wordt voldaan aan de technische voorschriften van ECE-reglement nr. 13 die op het ogenblik van de aanvraag tot typegoedkeuring krachtens dit reglement van kracht zijn. |
Splnění tohoto bodu neznamená, že imobilizér, který brání uvolnění pneumaticky uvolňovaných pružinových brzd, nemusí splňovat technické požadavky stanovené v tomto předpisu. | Een immobilisatiesysteem dat het deblokkeren van pneumatische veerremmen verhindert en dat aan het bepaalde in dit punt beantwoordt, moet eveneens aan de technische voorschriften van dit reglement voldoen. |
Imobilizér nesmí vozidlo brzdit. | Een immobilisatiesysteem mag niet zo kunnen functioneren dat het de remmen van het voertuig activeert. |
Rozsah ochrany | Aard van de immobilisatie |
Imobilizér musí být konstruován tak, aby zabránil provozu vozidla vlastním pohonem nejméně jedním z těchto způsobů: | Het immobilisatiesysteem moet zo zijn ontworpen dat op ten minste een van de volgende wijzen wordt voorkomen dat het voertuig met behulp van zijn eigen krachtbron wordt gebruikt: |
v případě dodatečné montáže imobilizéru nebo u vozidla vybaveného vznětovým motorem přerušením nejméně dvou samostatných okruhů vozidla, které jsou nezbytné pro provoz vozidla vlastním pohonem (například spouštění motoru, zapalování, dodávka paliva, pneumaticky uvolňované pružinové brzdy atd.); | in het geval van montage na het in de handel brengen of bij voertuigen met dieselmotor, door onderbreking van ten minste twee gescheiden voertuigcircuits die nodig zijn voor de werking van het voertuig met behulp van zijn eigen krachtbron (bv. startmotor, ontsteking, brandstoftoevoer, pneumatische veerremmen enz.); |
zásahem do kódu nejméně jedné řídicí jednotky nezbytné pro provoz vozidla. | door manipulatie met een code van ten minste één regeleenheid die nodig is voor het functioneren van het voertuig. |
Imobilizér vozidla vybaveného katalyzátorem nesmí způsobit vstup nespáleného paliva do výfukového traktu. | Een immobilisatiesysteem dat bestemd is voor montage op een voertuig met katalysator, mag niet tot gevolg hebben dat onverbrande brandstof in de uitlaat terechtkomt. |
Provozní spolehlivost | Betrouwbare werking |