Source | Target | U vozidla, které je speciálně konstruované a vyrobené, a ne pouze upravené, pro přepravu kontejneru nebo odnímatelné nástavby, musí být horní hrana zařízení určena podle bodů 12.9.1 a 12.9.2, přičemž jsou kontejner nebo nástavba považovány za součást vozidla. | bij een voertuig dat niet alleen is aangepast, maar speciaal ontworpen en gebouwd is voor het vervoer van een container of demonteerbare opbouw, mag de bovenrand van de zijdelingse bescherming worden bepaald volgens de punten 12.9.1 en 12.9.2, waarbij de container of opbouw als deel van het voertuig wordt beschouwd; |
U vozidla vybaveného jeřábem pro nakládání, vykládání nebo jiné činnosti, které je trvale opatřeno ovládacím postem nebo platformou, ze kterých může obsluha jeřáb ovládat, může být horní hrana BOZ určena podle bodů 12.9.1 a 12.9.2, přičemž jsou ovládací post nebo platforma považovány za ložnou plochu. | bij een voertuig dat is uitgerust met een kraan voor laden, lossen en andere verrichtingen en met een permanent gemonteerd werkstation voor de operateur of een platform vanwaar de kraan kan worden bediend, mag de bovenrand van de zijdelingse bescherming worden bepaald volgens de punten 12.9.1 en 12.9.2, waarbij het werkstation of platform wordt beschouwd alsof het een laadvloer was. |
BOZ musí být co nejpevnější, bezpečně přimontované (nesmí docházet k jeho uvolňování v důsledku otřesů při normálním užívání vozidla) a s výjimkou částí vyjmenovaných v bodě 12.11 musí být vyrobeno z kovu nebo jiného vhodného materiálu. | Zijdelingse beschermingen moeten vrijwel stijf van constructie zijn, stevig zijn bevestigd (zodat zij door trillingen bij normaal gebruik van het voertuig niet kunnen loskomen) en, behalve wat de in punt 12.11 vermelde delen betreft, van metaal of een ander geschikt materiaal zijn vervaardigd. |
BOZ se považuje za vhodné, pokud odolá vodorovné statické síle 1 kN, kterou působí kolmo na kteroukoliv část jeho vnějšího povrchu střed tlakového pístu, jehož čelní plocha je okrouhlá a rovinná o průměru 220 mm ± 10 mm, a jestliže průhyb zařízení při zatížení měřený ve středu tlakového pístu nepřesahuje: | Zijdelingse beschermingen worden geschikt geacht als zij een horizontale statische kracht van 1 kN kunnen weerstaan die loodrecht wordt uitgeoefend op een willekeurig deel van hun buitenoppervlak door hetmiddelpunt van een druklichaam met een ronde en platte voorkant met een diameter van 220 ± 10 mm, en als de bij het middelpunt van het druklichaam gemeten doorbuiging van de bescherming onder belasting dan niet meer bedraagt dan: |
30 mm na posledních 250 mm do konce zařízení a | 30 mm over de achterste 250 mm van de bescherming, en |
150 mm na ostatních částech zařízení. | 150 mm over het resterende gedeelte van de bescherming. |
Na žádost výrobce lze splnění tohoto požadavku prokázat pomocí výpočtu. | Op verzoek van de fabrikant mag de naleving van dit voorschrift aan de hand van berekeningen worden aangetoond. |
Platnost metody výpočtu musí být stanovena podle požadavků technické zkušebny. | De geldigheid van de berekeningsmethode moet tot tevredenheid van de technische dienst worden vastgesteld. |
Součásti trvale připevněné k vozidlu, např. náhradní kola, skříň akumulátoru, vzduchojemy, palivové nádrže, světlomety a skříňky na nářadí, mohou být do zařízení začleněny, pokud splňují požadavky této části předpisu týkající se rozměrů. | Permanent op het voertuig aangebrachte onderdelen zoals reservewielen, accuhuis, lucht- en brandstoftanks, lichten, reflectoren en gereedschapskisten, kunnen in de zijdelingse bescherming worden opgenomen op voorwaarde dat zij de in dit deel voorgeschreven afmetingen hebben. |
Požadavky bodu 12.2 jsou uplatňovány v případě mezer mezi ochrannými zařízeními a trvale připevněnými konstrukčními částmi. | Voor de openingen tussen beschermingen en permanent aangebrachte onderdelen gelden de voorschriften van punt 12.2. |
Ochranné zařízení nelze použít pro připevnění brzdových, vzduchových nebo hydraulických trubek. | De bescherming mag niet worden gebruikt om er rem-, lucht- of hydraulische leidingen aan te bevestigen. |
BOZ může být konstruováno tak, aby mohlo být na bocích vozidla nastavitelné do několika poloh. | Zijdelingse beschermingen mogen zo zijn ontworpen dat ze aan de zijkant van het voertuig verschillende posities kunnen innemen. |
V takovém případě musí být zaručen způsob zajištění zařízení v běžné provozní poloze tak, aby byla vyloučena jakákoli neúmyslná změna polohy. | In dat geval moet er een gegarandeerde methode zijn om ze in hun normale gebruiksstand vast te zetten zodat ze niet ongewild van positie kunnen veranderen. |
Síla, kterou musí obsluha při změně polohy zařízení působit, nesmí přesáhnout 40 daN. | De kracht die door de operateur moet worden uitgeoefend om de stand van de bescherming te wijzigen, mag niet meer dan 40 daN bedragen. |
ODCHYLKY | AFWIJKINGEN |
Odchylně od výše uvedených požadavků mají vozidla níže uvedených typů vyhovovat pouze v rozsahu uvedeném u jednotlivých případů: | In afwijking van bovenstaande bepalingen moeten voertuigen van onderstaande typen alleen voldoen aan de daarvoor aangegeven specifieke voorschriften: |
Je-li roztažitelné přípojné vozidlo zkráceno na svoji minimální délku, musí splňovat všechny požadavky bodu 12; je-li přípojné vozidlo roztaženo, musí BOZ vyhovovat pouze bodům 12.8, 12.9 a 12.10 a dále buď bodu 12.4, nebo 12.5, ale ne nezbytně oběma; roztažení přípojného vozidla nesmí vytvořit mezery po délce BOZ. | een uitschuifbare aanhangwagen moet voldoen aan alle voorschriften van punt 12 wanneer hij op zijn minimumlengte is gebracht; wanneer de aanhangwagen is uitgeschoven, moeten de zijdelingse beschermingen voldoen aan de punten 12.8, 12.9 en 12.10 en aan punt 12.4 of 12.5. Het uitschuiven van de aanhangwagen mag geen openingen in de lengte van de zijdelingse beschermingen teweegbrengen; |
Cisternové vozidlo, tj. vozidlo konstruované výhradně pro přepravu kapalin v uzavřené nádrži trvale připevněné k vozidlu a opatřené hadicovými či trubkovými spojkami pro plnění a vyprazdňování, musí být vybaveno BOZ, která v nejvyšší možné míře odpovídají požadavkům bodu 12; od přísného dodržování se lze odchýlit pouze v případě, kdy je to nezbytné z důvodů provozních požadavků. | een tankwagen, d.w.z. een voertuig dat alleen is ontworpen voor het vervoer van een vloeibare stof in een gesloten tank die permanent op het voertuig is gemonteerd en is uitgerust met slang- of pijpaansluitingen voor het laden en lossen, moet voorzien zijn van zijdelingse beschermingen die, voor zover praktisch uitvoerbaar, voldoen aan alle voorschriften van punt 12. Van strikte naleving mag alleen worden afgeweken wanneer de gebruikswijze van het voertuig dat noodzakelijk maakt; |
U vozidla vybaveného nastavitelnými nohami k zajištění dodatečné stability při nakládání, vykládání či jiných činnostech, pro které je vozidlo konstruováno, může být BOZ opatřeno dodatečnými mezerami, aby tam, kde je to nutné, umožňovalo roztažení noh. | bij een voertuig dat is uitgerust met uitschuifbare steunen voor grotere stabiliteit tijdens het laden, lossen of andere verrichtingen waarvoor het voertuig is ontworpen, mogen de zijdelingse beschermingen extra openingen vertonen indien deze noodzakelijk zijn om de steunen te kunnen uitschuiven; |
U vozidla vybaveného vázacím a zajišťovacím zařízením v souladu s normami ISO 9367-1:1989 nebo ISO 9367-2:1994 pro vodní přepravu na plavidlech typu ro-ro, jsou přípustné mezery v BOZ, které umožní připojení zádržných zařízení. | bij een voertuig met vastzet- of bevestigingspunten overeenkomstig ISO 9367-1:1989 of ISO 9367-2:1994 voor vervoer op roroschepen, zijn openingen in de zijdelingse beschermingen toegestaan voor het vastmaken van beveiligingssystemen; |
U vozidla vybaveného jeřábem pro nakládání, vykládání nebo jiné činnosti, pro které je vozidlo konstruováno, může být z důvodu obtížné splnitelnosti všech požadavků bodu 12 BOZ opatřeno dodatečnými mezerami, aby tam, kde jsou nutné, umožňovalo pohyb nebo složení jeřábu. | bij een voertuig dat is uitgerust met een kraan voor laden, lossen of andere verrichtingen waarvoor het voertuig is ontworpen, zodat onmogelijk aan alle voorschriften van punt 12 kan worden voldaan, mogen de zijdelingse beschermingen extra openingen vertonen indien deze noodzakelijk zijn om de kraan te kunnen bewegen of bergen. |
Jsou-li boční stěny vozidla konstruovány a/nebo vybaveny tak, že jejich součásti společně svým tvarem a vlastnostmi splňují požadavky bodu 12, mohou být považovány za náhradu BOZ. | Als de zijkanten van het voertuig zo zijn ontworpen en/of uitgerust dat de samenstellende delen ervan door hun vorm en eigenschappen samen voldoen aan de voorschriften van punt 12, mogen zij als vervanging van de zijdelingse beschermingen worden beschouwd. |
vysoké nejméně 50 mm v případě BOZ u vozidel kategorií N2 a O3 nebo | 50 mm bij zijdelingse beschermingen voor voertuigen van de categorieën N2 en O3, of |
vysoké nejméně 100 mm a co nejrovnější v případě BOZ u vozidel kategorií N3 a O4. | 100 mm en vrijwel vlak zijn bij zijdelingse beschermingen voor voertuigen van de categorieën N3 en O4. |
Kombinace rovinného povrchu a lišt musí tvořit prakticky spojité BOZ, které rovněž podléhá ustanovením bodu 14.1. | Combinaties van vlakken en profielen moeten een nagenoeg doorlopende zijdelingse bescherming vormen die echter moet voldoen aan de bepalingen van punt 14.1. |
Přední hrana musí být v celém rozsahu výšky zařízení tvořena spojitým svislým členem; vnější a přední strany tohoto členu musí měřit nejméně 50 mm, měřeno směrem dozadu, a musí být zahnuty 100 mm směrem dovnitř nebo mít minimální poloměr 50 mm v případě vozidel kategorie N2 a O3 a nejméně 100 mm, měřeno směrem dozadu, a musí být zahnuty 100 mm směrem dovnitř nebo mít minimální poloměr 100 mm v případě vozidel kategorie N3 a O4. | De voorrand moet bestaan uit een doorlopend verticaal element dat zich over de volledige hoogte van de zijdelingse bescherming uitstrekt. Bij voertuigen van de categorieën N2 en O3 moeten de buiten- en voorvlakken van dat element van voor naar achter gemeten ten minste 50 mm lang zijn en 100 mm naar binnen zijn omgebogen of een minimumstraal van 50 mm hebben; bij voertuigen van de categorieën N3 en O4 moeten zij van voor naar achter gemeten ten minste 100 mm lang zijn en 100 mm naar binnen zijn omgebogen of een minimumstraal van 100 mm hebben. |
ČÁST III – SCHVALOVÁNÍ VOZIDLA Z HLEDISKA MONTÁŽE BOČNÍHO OCHRANNÉHO ZAŘÍZENÍ (BOZ) TYPU SCHVÁLENÉHO PODLE ČÁSTI II TOHOTO PŘEDPISU | DEEL III — GOEDKEURING VAN EEN VOERTUIG WAT DE INSTALLATIE VAN ZIJDELINGSE BESCHERMINGEN VAN EEN KRACHTENS DEEL II GOEDGEKEURD TYPE BETREFT |
BOZ nesmí zvětšovat celkovou šířku vozidla a hlavní část jeho vnějšího povrchu nesmí ležet více než 150 mm směrem dovnitř od vnějšího okraje (maximální šířky) vozidla. | Zijdelingse beschermingen mogen de totale breedte van het voertuig niet vergroten en het grootste deel van hun buitenoppervlak mag niet meer dan 150 mm verzonken zijn ten opzichte van het buitenvlak (de maximumbreedte) van het voertuig. |
U některých vozidel může být přední konec tohoto zařízení ohnut směrem dovnitř v souladu s body 15.2.3 a 15.2.4. | Hun voorste uiteinde mag overeenkomstig de punten 15.2.3 en 15.2.4 bij bepaalde voertuigen naar binnen zijn omgebogen. |
u návěsu: ne více než 250 mm směrem dozadu od příčné roviny souměrnosti opěrných noh, pokud je vozidlo opěrnými nohami vybaveno, avšak v žádném případě nesmí vzdálenost od přední hrany k příčné rovině procházející středem návěsného čepu v jeho nejzazší poloze překročit 2,7 m. | bij een oplegger: niet meer dan 250 mm achter het middendwarsvlak van de steunen, voor zover deze aanwezig zijn, maar in elk geval mag de afstand van de voorkant tot het dwarsvlak door het middelpunt van de koppelingspen in de meest achterwaartse stand niet meer dan 2,7 m bedragen. |
U vozidla kategorie N2 nebo N3, kderozměr 300 mm uvedený v bodě 15.2.1.1 dosahuje za kabinu a zařízení dosahuje směrem dopředu do vzdálenosti nepřesahující 100 mm od kabiny, jakožto možnost nabízená výrobci, mohou být požadavky bodu 15.2.3 splněny. | Naar keuze van de fabrikant mag, bij een voertuig van categorie N2 of N3 waarbij de 300 mm-maat van punt 15.2.1.1 achter de cabine valt en de zijdelingse bescherming zich naar voren tot minder dan 100 mm van de cabine uitstrekt, aan de bepalingen van punt 15.2.3 worden voldaan. |
Požadavky bodů 15.2 a 15.3 jsou samostatné a nelze je kombinovat. | De voorschriften van de punten 15.2 en 15.3 staan los van elkaar en kunnen niet worden gecombineerd. |
Přední a zadní převis BOZ nesmí překročit vzdálenost mezi spoji a středem tlakového pístu, měřeno během zkoušky předepsané v bodě 14.4. | De voor- en achteroverhang van de zijdelingse bescherming mogen niet groter zijn dan de afstand tussen de verbindingen en het middelpunt van het druklichaam, gemeten tijdens de in punt 14.4 voorgeschreven test. |
Jestliže rovina podle bodu 15.7 neprotíná konstrukci vozidla, pak musí být horní hrana na úrovni povrchu ložné plochy nebo ve výšce 950 mm nad vozovkou, podle toho, která z těchto vzdáleností je menší. | wanneer het in punt 15.7 bedoelde vlak de voertuigstructuur niet snijdt, moet de bovenrand op één lijn liggen met het oppervlak van de laadvloer of zich op 950 mm van de grond bevinden, indien deze afstand kleiner is; |
Jestliže rovina podle bodu 15.7 protíná konstrukci vozidla ve výšce větší než 1,3 m nad vozovkou, pak musí být horní hrana zařízení nejméně 950 mm nad vozovkou. | wanneer het in punt 15.7 bedoelde vlak de voertuigstructuur meer dan 1,3 m boven de grond snijdt, mag de bovenrand van de zijdelingse bescherming zich niet minder dan 950 mm boven de grond bevinden; |
U vozidla, které je speciálně konstruované a vyrobené, a ne pouze upravené, pro přepravu kontejneru nebo odnímatelné nástavby, musí být horní hrana BOZ určena podle bodů 15.7.1 a 15.7.2, přičemž kontejner nebo nástavba jsou považovány za součást vozidla. | bij een voertuig dat niet alleen is aangepast, maar speciaal ontworpen en gebouwd is voor het vervoer van een container of demonteerbare opbouw, mag de bovenrand van de zijdelingse bescherming worden bepaald volgens de punten 15.7.1 en 15.7.2, waarbij de container of opbouw als deel van het voertuig wordt beschouwd; |
BOZ musí být bezpečně přimontované; nesmí docházet k jeho uvolňování v důsledku otřesů při normálním užívání vozidla. | Zijdelingse beschermingen moeten stevig worden bevestigd, zodat zij door trillingen bij normaal gebruik van het voertuig niet kunnen loskomen. |
Součásti trvale připevněné k vozidlu, např. náhradní kola, skříň akumulátoru, vzduchojemy, palivové nádrže, světlomety a skříňky na nářadí, mohou být do zařízení začleněny, pokud splňují požadavky části I týkající se rozměrů. Požadavky bodu 12.2 nebo 14.1 jsou uplatňovány v případě mezer mezi ochrannými zařízeními a trvale připevněnými konstrukčními částmi. | Permanent op het voertuig aangebrachte onderdelen zoals reservewielen, accuhuis, lucht- en brandstoftanks, lichten, reflectoren en gereedschapskisten, kunnen in de zijdelingse bescherming worden opgenomen op voorwaarde dat zij de in dit deel voorgeschreven afmetingen hebben of krachtens deel I zijn goedgekeurd. Voor de openingen tussen beschermingen en permanent aangebrachte onderdelen gelden de voorschriften van punt 12.2 of 14.1. |
BOZ nelze použít pro připevnění brzdových, vzduchových nebo hydraulických trubek. | Zijdelingse beschermingen mogen niet worden gebruikt om er rem-, lucht- of hydraulische leidingen aan te bevestigen. |
Je-li roztažitelné přípojné vozidlo zkráceno na svoji minimální délku, musí splňovat všechny požadavky bodu 15; je-li přípojné vozidlo roztaženo, musí BOZ vyhovovat pouze bodům 15.6, 15.7 a 15.8 a dále buď bodu 15.2, nebo 15.3, ale ne nezbytně oběma; roztažení přípojného vozidla nesmí vytvořit mezery po délce BOZ. | een uitschuifbare aanhangwagen moet voldoen aan alle voorschriften van punt 15 wanneer hij op zijn minimumlengte is gebracht; wanneer de aanhangwagen is uitgeschoven, moeten de zijdelingse beschermingen echter voldoen aan de punten 15.6, 15.7 en 15.8 en aan punt 15.2 of 15.3. Het uitschuiven van de aanhangwagen mag geen openingen in de lengte van de zijdelingse beschermingen teweegbrengen; |
Cisternové vozidlo, tj. vozidlo konstruované výhradně pro přepravu kapalin v uzavřené nádrži trvale připevněné k vozidlu a opatřené hadicovými či trubkovými spojkami pro plnění a vyprazdňování, musí být vybaveno zařízeními, která v nejvyšší možné míře odpovídají požadavkům bodu 15; od přísného dodržování se lze odchýlit pouze v případě, kdy je to nezbytné z důvodů provozních požadavků. | een tankwagen, d.w.z. een voertuig dat alleen is ontworpen voor het vervoer van een vloeibare stof in een gesloten tank die permanent op het voertuig is gemonteerd en is uitgerust met slang- of pijpaansluitingen voor het laden en lossen, moet voorzien zijn van zijdelingse beschermingen die, voor zover praktisch uitvoerbaar, voldoen aan alle voorschriften van punt 15. Van strikte naleving mag alleen worden afgeweken wanneer de gebruikswijze van het voertuig dat noodzakelijk maakt; |
Vozidlo vybavené jeřábem pro nakládání, vykládání nebo jiné činnosti, pro které je vozidlo konstruováno, v případě, že pohyb nebo složení jeřábu ztěžuje opatření vozidla BOZ, musí být opatřeno BOZ, které splňuje požadavky bodu 12 v maximální možné míře; od přísného dodržování se lze odchýlit pouze v případě, kdy je to nezbytné z důvodů provozních požadavků. | een voertuig dat is uitgerust met een kraan voor laden, lossen of andere verrichtingen waarvoor het voertuig is ontworpen, en waarbij het bewegen of bergen van de kraan het onmogelijk maakt zijdelingse beschermingen te monteren, moet worden voorzien van zijdelingse beschermingen die in de mate van het mogelijke aan alle voorschriften van punt 12 voldoen. Van strikte naleving mag alleen maar worden afgeweken, wanneer de gebruikswijze van het voertuig dat noodzakelijk maakt. |
Podle definice Souborné rezoluce o konstrukci vozidel (R.E.3), dokument ECE/TRANS/WP.29/78/Rev.2, para. 2. | Zoals gedefinieerd in de Geconsolideerde Resolutie betreffende de constructie van voertuigen (R.E.3), document ECE/TRANS/WP.29/78/Rev.2, punt 2. |
1 pro Německo, 2 pro Francii, 3 pro Itálii, 4 pro Nizozemsko, 5 pro Švédsko, 6 pro Belgii, 7 pro Maďarsko, 8 pro Českou republiku, 9 pro Španělsko, 10 pro Srbsko, 11 pro Spojené království, 12 pro Rakousko, 13 pro Lucembursko, 14 pro Švýcarsko, 15 (nepřiděleno), 16 pro Norsko, 17 pro Finsko, 18 pro Dánsko, 19 pro Rumunsko, 20 pro Polsko, 21 pro Portugalsko, 22 pro Ruskou federaci, 23 pro Řecko, 24 pro Irsko, 25 pro Chorvatsko, 26 pro Slovinsko, 27 pro Slovensko, 28 pro Bělorusko, 29 pro Estonsko, 30 (nepřiděleno), 31 pro Bosnu a Hercegovinu, 32 pro Lotyšsko, 33 (nepřiděleno), 34 pro Bulharsko, 35 pro Kazachstán, 36 pro Litvu, 37 pro Turecko, 38 (nepřiděleno), 39 pro Ázerbájdžán, 40 pro Bývalou jugoslávskou republiku Makedonii, 41 (nepřiděleno), 42 pro Evropskou unii (schválení vydávají členské státy, přičemž použijísvůj příslušný symbol EHK), 43 pro Japonsko, 44 (nepřiděleno), 45 pro Austrálii, 46 pro Ukrajinu, 47 pro Jižní Afriku, 48 pro Nový Zéland, 49 pro Kypr, 50 pro Maltu, 51 pro Korejskou republiku, 52 pro Malajsii, 53 pro Thajsko, 54 a 55 (nepřiděleno), 56 pro Černou Horu, 57 (nepřiděleno) a 58 pro Tunisko. | 1 voor Duitsland, 2 voor Frankrijk, 3 voor Italië, 4 voor Nederland, 5 voor Zweden, 6 voor België, 7 voor Hongarije, 8 voor Tsjechië, 9 voor Spanje, 10 voor Servië, 11 voor het Verenigd Koninkrijk, 12 voor Oostenrijk, 13 voor Luxemburg, 14 voor Zwitserland, 15 (niet gebruikt), 16 voor Noorwegen, 17 voor Finland, 18 voor Denemarken, 19 voor Roemenië, 20 voor Polen, 21 voor Portugal, 22 voor de Russische Federatie, 23 voor Griekenland, 24 voor Ierland, 25 voor Kroatië, 26 voor Slovenië, 27 voor Slowakije, 28 voor Belarus, 29 voor Estland, 30 (niet gebruikt), 31 voor Bosnië en Herzegovina, 32 voor Letland, 33 (niet gebruikt), 34 voor Bulgarije, 35 voor Kazachstan, 36 voor Litouwen, 37 voor Turkije, 38 (niet gebruikt), 39 voor Azerbeidzjan, 40 voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, 41 (niet gebruikt), 42 voor de Europese Unie (goedkeuring wordt verleend door de lidstaten door middel van hun respectieve ECE-symbool), 43 voor Japan, 44 (niet gebruikt), 45 voor Australië, 46 voor Oekraïne, 47 voor Zuid-Afrika, 48 voor Nieuw-Zeeland, 49 voor Cyprus, 50 voor Malta, 51 voor de Republiek Korea, 52 voor Maleisië, 53 voor Thailand, 54 en 55 (niet gebruikt), 56 voor Montenegro, 57 (niet gebruikt) en 58 voor Tunesië. |
Název správního orgánu: | Naam van de instantie: |
Sdělení týkající se: (2) | Mededeling betreffende de (2): |
kompletního / nekompletního / dokončeného (2) typu vozidla z hlediska jeho bočního ochranného zařízení (BOZ) podle části I předpisu č. 73. | van een compleet/incompleet/voltooid (2) voertuigtype wat zijn zijdelingse beschermingen betreft krachtens deel I van Reglement nr. 73 |
Rozšíření č.: … | Uitbreiding nr. … |
Obchodní název nebo značka vozidla … | Handelsnaam of merk van het voertuig: … |
Typ vozidla … | Voertuigtype: … |
Název a adresa výrobce … | Naam en adres van de fabrikant: … |
Název a adresa případného zástupce výrobce … | Eventueel naam en adres van de vertegenwoordiger van de fabrikant: … |
Stručný popis typu vozidla z hlediska stavu dokončení, konstrukce, rozměrů, tvaru a konstrukčních materiálů … | Korte beschrijving van het voertuigtype wat de staat van voltooiing, structuur, afmetingen, contouren en materialen betreft: … |
Stručný popis BOZ z hlediska jeho tvaru, rozměrů a konstrukčních materiálů … | Korte beschrijving van de zijdelingse bescherming wat de contouren, afmetingen en materialen betreft: … |
Kategorie vozidla … | Voertuigcategorie: … |
Vozidlo předáno ke schválení dne … | Voertuig voor goedkeuring ter beschikking gesteld op: … |
Technická zkušebna odpovědná za provedení zkoušek schválení typu … | Voor de uitvoering van de goedkeuringstests verantwoordelijke technische dienst: … |
Datum protokolu vydaného touto zkušebnou … | Datum van het door die dienst afgegeven rapport: … |
Číslo protokolu vydaného touto zkušebnou … | Nummer van het door die dienst afgegeven rapport: … |
Schválení typu uděleno/odmítnuto/rozšířeno/odejmuto (2) … | Goedkeuring verleend/geweigerd/uitgebreid/ingetrokken (2) … |