Czech to Dutch European Commission terminology (DGT)

Search term or phrase in this TERMinator '. "." . '

Purchase TTMEM.com full membership to search this dictionary
 
 
Share this dictionary/glossary:
 

 
database_of_translation_agencies
 

SourceTarget
Úř. věst. L 337, 13.12.2002, s. 3.PB L 337 van 13.12.2002, blz. 3.
Kapitola 16 pokynů pro státní podporu je totožná s pokyny Společenství pro státní podporu na záchranu a restrukturalizaci podniků v obtížích (Úř. věst. C 244, 1.10.2004, s. 2).Hoofdstuk 16 van de richtsnoeren staatssteun stemt overeen met de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteunaan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2).
Srov. definici v manuálu OSLO, Pokyny pro shromažďování a interpretaci inovačních dat, 3. vydání, Organizace pro hospodářskou spolupráci a rozvoj, 2005, strana 49.Zie de definitie in de Guidelines for Collecting and Interpreting Innovation Data van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) (OSLO manual), 3e editie, 2005, blz. 49.
Srov. definici v manuálu OSLO, strana 51.Zie de definitie in de OSLO manual, blz. 51.
Věc 118/85 Komise v. Itálie, Sb. rozh. 1987, 2599, bod 7, a věc C-35/96 Komise v. Itálie, Sb. rozh. 1998, I-3851, CNSD, bod 36. Věc C-309/99, Wouters, Sb. rozh. 2002, I-1577, bod 46.Zaak 118/85, Commissie/Italië, Jurispr. 1987, blz. 2599, punt 7; zaak C-35/96, Commissie/Italië, Jurispr. 1998, blz. I-3851, punt 36; zaak C-309/99, Wouters, Jurispr. 2002, blz. I-1577, punt 46.
Ekonomické činnosti spočívající v konkrétním výzkumu prováděném na objednávku průmyslového subjektu cestou pronájmu výzkumných infrastruktur a poskytování poradenských služeb.Economische activiteiten omvatten met name contractonderzoek in opdracht van het bedrijfsleven, het verhuren van onderzoeksinfrastructuur en consultancyactiviteiten.
Vnitřní povahou Kontrolní úřadrozumí situaci, kdy je management znalostí výzkumné organizace (výzkumných organizací) prováděn buďto oddělením nebo pobočkou výzkumné organizace nebo společně s dalšími výzkumnými organizacemi.Onder „interne activiteiten” verstaat de Autoriteit een situatie waarbij het kennisbeheer van de onderzoeksorganisatie(s) wordt uitgevoerd door een afdeling of een dochteronderneming van de onderzoeksorganisatie of gezamenlijk met andere onderzoeksorganisaties.
Svěření dodávek specifických služeb třetím stranám prostřednictvím veřejné soutěže obvykle nezbavuje tyto činnosti povahy činností vnitřních.Dat de levering van specifieke diensten via een open aanbesteding aan derden wordt uitbesteed, doet geen afbreuk aan het interne karakter van dergelijke activiteiten.
Ohledně všech zbývající druhů převodu technologií, na něž organizace získávají státní podporu, se Kontrolní úřad nedomnívá, že by mohl na základě svých současných poznatků obecně rozhodnout o tom, že financování takovýchto činností má povahu státní podpory.Voor alle overige vormen van technologieoverdracht waarvoor overheidsfinanciering wordt verleend, acht de Autoriteit zichzelf, op basis van haar huidige kennis, niet in staat in het algemeen te bepalen of bij de financiering van dit soort activiteiten sprake is van staatssteun.
Zdůrazňuje povinnost států ESVO danou ustanovením protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru vyhodnotit povahu těchto opatření v každém jednotlivém případě a oznámit tato opatření Kontrolnímu úřadu, mají-li za to, že představují státní podporu.Zij benadrukt dat het, ingevolge Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst, aan de EVA-staten staat om voor elke zaak te beoordelen hoe dergelijke maatregelen moeten worden gekwalificeerd, en om deze, indien zij volgens hen staatssteun vormen, bij de Autoriteit aan te melden.
Srov. věc C-482/99 Francie v. Komise, Sb. rozh. 2002, s. I-4397, k otázce přisuzovatelnosti státu.Zaak C-482/99, Frankrijk/Commissie, Jurispr. 2002, blz. I-4397 (over de toerekenbaarheid aan de staat).
„Plné přidělení“ znamená, že výzkumná organizace požívá plných hospodářských výhod těchto práv tím, že si k nim ponechá plné dispoziční právo, zejména vlastnické právo a právo poskytnout licence.„Volledige toekenning” houdt in dat de onderzoeksorganisatie de volledige economische voordelen geniet van die rechten doordat zij er volledig over blijft beschikken, met name het eigendomsrecht en het recht tot licentiëring.
Tyto podmínky mohou být uděleny i v případě, že se daná organizace rozhodne uzavřít další smlouvy týkající se těchto práv včetně poskytnutí příslušných licencí partneru spolupráce.Aan deze voorwaarden kan ook worden voldaan wanneer de organisatie besluit verdere contracten in verband met deze rechten te sluiten, waaronder licentiëring aan de partner met wie wordt samengewerkt.
„Úplata odpovídající tržní ceně za práva k duševnímu vlastnictví“ znamená získání plného hospodářské užitku z těchto práv.„Met de marktprijs voor de intellectuele-eigendomsrechten overeenstemmende vergoeding” is de vergoeding voor het volledige economische gebruik van die rechten.
V souladu s obecnými zásadami státních podpor a vzhledem k obtížnosti objektivně určit tržní cenu práv duševního vlastnictví bude Kontrolní úřad považovat tuto podmínku za splněnou, jestliže výzkumná organizace jakožto prodávající bude v okamžiku uzavření smlouvy jednat tak, aby získala conejvyšší možnou protihodnotu.Overeenkomstig de algemene beginselen op het gebied van staatssteun en gezien de inherente moeilijkheden om de marktprijs voor intellectuele-eigendomsrechten objectief te bepalen, acht de Autoriteit deze voorwaarde vervuld indien de onderzoeksorganisatie als verkoper onderhandelt om bij het sluiten van de overeenkomst maximale winst te behalen.
Tímto ustanovením se nemění povinnost států ESVO oznamovat určitá opatření podle protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru.Deze bepaling beoogt geen afbreuk te doen aan de verplichting van de EVA-staten om bepaalde maatregelen aan te melden op grond van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst.
Organizace pro hospodářskou spolupráci a rozvoj, 2002.Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO), 2002.
Projekty financované v rámcovém programu Evropského společenství pro výzkum, technický vývoj a demonstrace budou mít automaticky nárok na příspěvek za spolupráci kvůli minimálním podmínkám účasti na těchto projektech.Projecten die in het kader van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie worden gefinancierd, komen automatisch in aanmerking voor een verhoging wegens samenwerking, gelet op de minimumvoorwaarden om aan dat soort projecten deel te nemen.
Kapitola 34 pokynů pro státní podporu je totožná se sdělením Komise o způsobu stanovení referenčních a diskontních sazeb (Úř. věst. C 273, 9.9.1997, s. 3) zveřejněným rovněž na adrese:http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/legislation/reference.htmlHoofdstuk 34 van de richtsnoeren staatssteun stemt overeen met de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld, PB C 273 van 9.9.1997, blz. 3. Ook te vinden op:http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/legislation/reference.html
Od států ESVO se očekává, že předloží hodnotící studie o motivačních účincích jejich vlastních daňových opatření.Van de EVA-staten wordt verwacht dat zij evaluatiestudies verschaffen over de stimulerende effecten van hun eigen fiscale maatregelen.
Naopak v případě, kde opatření státní podpory na VaVaI činí rozdíl mezi různými kategoriemi VaVaI, nelze překročit relevantní míry podpory.Wanneer daarentegen bij een fiscale steunmaatregel ten behoeve van O&O&I onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende soorten O&O&I, mogen dedesbetreffende steunintensiteiten niet worden overschreden.
Tímto není dotčeno použití kapitoly 25.B pokynů pro vnitrostátní regionální podporu na léta 2007–2013, která odpovídá pokynům Společenství k regionální podpoře na období 2007–2013 (Úř. věst. C 54, 4.3.2006, s. 13).Dit laat de toepassing van hoofdstuk 25.B „Richtsnoeren regionale steun voor de periode 2007-2013” die overeenstemmen met de communautaire richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 ( PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13) onverlet.
Aniž by byla dotčena možnost pobírat zároveň podporu de minimis ohledně dalších způsobilých výdajů.Onverminderd de mogelijkheid ook ten behoeve van andere in aanmerking komende uitgaven de-minimissteun te ontvangen.
Nyní bod 1.f přílohy XV k Dohodě o EHP.Thans punt 1.f van bijlage XV bij de EER-overeenkomst.
Pokud se navrhuje poskytnout podporu projektu v oblasti VaVaI, není vyloučeno, že možný příjemce již provedl studie proveditelnosti, na něž se žádost o státní podporu nevztahuje.Indien het steunvoornemen erin bestaat steun te verlenen ten behoeve van een O&O&I-project, sluit zulks niet uit dat de potentiële begunstigde reeds haalbaarheidsstudies heeft uitgevoerd die niet door het verzoek om staatssteun zijn gedekt.
Tzn. podpora na projekt pro velké podniky a na malé a střední podniky ohledně podpory převyšující 7,5 milionu EUR; podpora na inovace postupů a organizační inovace ve službách a podpora pro inovační seskupení.D.w.z. projectsteun voor grote ondernemingen en steun voor kmo’s ten belope van meer dan 7,5 miljoen EUR, steun voor proces- en organisatie-innovatie op het gebied van diensten, en steun voor innovatieclusters.
U projektů Eureka je tento strop stanoven na dvojnásobek této částky.Voor Eureka-projecten wordt het plafond op tweemaal dit bedrag vastgesteld.
Má se za to, že projekt sestává „převážně“ ze základního výzkumu, je-li více než polovina způsobilých nákladů vynaložena na činnosti, které spadají do kategorie základního výzkumu.Een project wordt geacht „overwegend” uit fundamenteel onderzoek te bestaan indien meer dan de helft van de in aanmerking komende projectkosten wordt gemaakt voor activiteiten die binnen de categorie „fundamenteel onderzoek” vallen.
Má se za to, že projekt sestává „převážně“ z aplikovaného výzkumu, je-li více než polovina způsobilých nákladů vynaložena na činnosti, které spadají do kategorie aplikovaného výzkumu.Een project wordt geacht „overwegend” uit industrieel onderzoek te bestaan indien meer dan de helft van de in aanmerking komende projectkosten wordt gemaakt voor activiteiten die binnen de categorieën „industrieel onderzoek” of „fundamenteel onderzoek” vallen.
Tyto mohou zahrnovat způsoby hodnocení současné čisté hodnoty projektu (tj. součet diskontovaného předpokládaného peněžního toku plynoucího z investice minus investiční náklady), vnitřní návratnost (internal rate of return – IRR) nebo návratnost použitého kapitálu (return of capital employed – ROCE).Het kan onder meer gaan om methoden voor het bepalen van de netto contante waarde van het project (NPV, d.w.z. de totale contante waarde van de door de investering te verwachten kasstroom min de investeringskosten), van het interne rendementspercentage (IRR) of van het rendement op geïnvesteerd vermogen (ROCE).
Finanční zprávy a vnitřní obchodní plány obsahující informace o prognózách poptávky; prognózy nákladů; finančních prognózy (např. NPV, IRR, ROCE), dokumenty, které jsou předloženy investičnímu výboru a které rozvíjejí různé investiční scénáře, nebo dokumenty poskytnuté finančním trhům mohou sloužit jako důkaz.Als bewijs kunnen dienen: financiële verslagen en interne bedrijfsplannen die informatie over vraag-, kosten- en financiële prognoses (bv. NPV, IRR, ROCE) bevatten, aan een investeringscomité voorgelegde documenten waarin verschillende investeringsscenario’s zijn uitgewerkt, of voor de financiële markten bestemde documenten.
Kapitola 10.B pokynů pro státní podporu odpovídá pokynům Společenství ke státní podpoře investic rizikového kapitálu do malých a středních podniků (Úř. věst. C 194, 18.8.2006, s. 2).Hoofdstuk 10.B van de richtsnoeren staatssteun stemt overeen met de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen (PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2).
Úř. věst. L 139, 25.5.2006, s. 37.PB L 139 van 25.5.2006, blz. 37.
Odpovídající nařízení Rady (ES) č. 659/1999 (Úř. věst. L 83, 27.3.1999, s. 1) a nařízení Komise (ES) č. 794/2004 ze dne 21. dubna 2004, kterým se provádí nařízení Rady (ES) č. 659/1999, kterým se stanoví prováděcí pravidla k článku 93 Smlouvy o ES (Úř. věst. L 140, 30.4.2004, s. 1).Overeenstemmend met Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1) en met Verordening (EG) nr 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1).
V tomto procesu se státy ESVO mohou rozhodnout, že podpoří Kontrolní úřad poskytnutím vlastních následných posouzení režimů podpor a jednotlivých opatření.De EVA-staten kunnen de Autoriteit hierbij helpen door hun eigen ex-postbeoordelingen van steunregelingen en individuele maatregelen mee te delen.
Přijato rozhodnutím Kontrolního úřadu ESVO č. 14/07/KOL ze dne 7. února 2007.Op 7 februari 2007 goedgekeurd bij Besluit van de Tozichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 14/07/COL van het College.
Úř. věst. C 119, 22.5.2002, s. 22.PB C 119 van 22.5.2002, blz. 22.
Rozhodnutí Kontrolního úřadu ESVOBeschikking van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA
č. 28/08/KOLNr. 28/08/COL
o programu pro dřevo („Verdiskapningsprogrammet for tre“) Norskobetreffende de regeling hout („Verdiskapningsprogrammet for tre”) (Noorwegen)
KONTROLNÍ ÚŘAD ESVO [1], s ohledem na Dohodu o Evropském hospodářském prostoru [2], a zejména na články 61 až 63 a protokol 26 této dohody,DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA [1], Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte [2], en met name op de artikelen 61 tot en met 63 en Protocol 26,
s ohledem na Dohodu mezi státy ESVO o zřízení Kontrolního úřadu a Soudního dvora [3], a zejména na článek 24 této dohody,Gelet op de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie [3], en met name op artikel 24,
s ohledem na čl. 1 odst. 2 části I, na čl. 4 odst. 4, na článek 6, na čl. 7 odst. 5 a na články 13 a 14 části II protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru,Gelet op artikel 1, lid 2, van deel I en artikel 4, lid 4, artikel 6, artikel 7, lid 5, artikel 13 en artikel 14 van deel II van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst,
s ohledem na pokyny o státní podpoře vydané Kontrolním úřadem [4]pro uplatňování a výklad článků 61 a 62 Dohody o EHP, a zejména na oddíly o regionální podpoře a podpoře na výzkum a vývoj,Gelet op de door de Autoriteit uitgevaardigde richtsnoeren [4]voor de toepassingen uitlegging van de artikelen 61 en 62 van de EER-overeenkomst, met name de afdelingen met betrekking tot regionale steun en steun voor onderzoek en ontwikkeling,
s ohledem na nařízení týkající se blokových výjimek pro podporu na vzdělávání a pro podporu malým a středním podnikům a dále na nařízení o podpoře de minimis [5],Gelet op de groepsvrijstellingsverordeningen ten behoeve van opleidingssteun respectievelijk steun aan kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en de verordening betreffende de-minimissteun [5],
s ohledem na rozhodnutí Kontrolního úřadu č. 147/06/KOL ze dne 17. května 2006 o zahájení formálního vyšetřovacího řízení podle čl. 1 odst. 2 části I protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru,Gelet op Besluit nr. 147/06/COL van de Autoriteit van 17 mei 2006 tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst,
po vyzvání zainteresovaných stran, aby předložily své připomínky podle článku 6 části II protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru [6],Na de betrokken partijen te hebben uitgenodigd hun opmerkingen te maken overeenkomstig artikel 6 van deel II van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst [6],
I. SKUTEČNOSTII. FEITEN
Dopisem ze dne 1. února 2005 (věc č.: 307555) obdržel Kontrolní úřad stížnost („stížnost“) sdružení podnikatelů v norském odvětví stavitelství a betonářství, „byggutengrenser.no“ („navrhovatel“).Bij brief van 1 februari 2005 (ref. nr. 307555) heeft de Autoriteit een klacht ontvangen (hierna „de klacht” genoemd) van een bedrijfsorganisatie van de Noorse bouwsteen- en betonsector, „byggutengrenser.no” (hierna „de eiser”).
Ve stížnosti, kterou Kontrolní úřad obdržel a zaevidoval dne 3. února 2005, navrhovatel tvrdí, že norský stát poskytuje státní podporu odvětví dřevostaveb na základě programu „Verdiskapningsprogrammet for tre“, také známého jako „Treprogrammet“ (dále jen „program pro dřevo“).In deze klacht, die door de Autoriteit op 3 februari 2005 is ontvangen en geregistreerd, stelt de klager dat de Noorse staat overheidssteun verleent aan de sector houtbouw via het „Verdiskapningsprogrammet for tre”, ook wel „Treprogrammet” genoemd (hierna „de regeling hout” of „RH”).
Dopisem ze dne 17. května 2006 a po následné výměně různé korespondence [7]informoval Kontrolní úřad norské orgány, že se v souvislosti s programem pro dřevo rozhodl zahájit řízení podle čl. 1 odst. 2 části I protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru.Norské orgány podaly připomínky dopisem Norské mise při Evropské unii ze dne 3. července 2006, který obsahoval dopisy ministerstva pro vládní správu a reformu a ministerstva zemědělství a potravin, oba ze dne 26. června 2006.Bij brief van 17 mei 2006 en na een uitgebreide briefwisseling [7], heeft de Autoriteit de Noorse autoriteiten ervan in kennis gesteld dat zij besloten heeft met betrekking tot de regeling hout de procedure van artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol 3 bij de Toezichtovereenkomst in te leiden.Bij brief van 3 juli 2006 van de missie van Noorwegen bij de Europese Unie, met ingesloten brieven van het ministerie van Overheidsadministratie en Hervormingen en het ministerie van Landbouw en Levensmiddelen, beide dd. 26 juni 2006, hebben de Noorse autoriteiten hun opmerkingen ingediend.
Dopisy byly přijaty a zaevidovány Kontrolním úřadem dne 4. července 2006 (věc č.: 380386, dále jen „připomínky norských orgánů k rozhodnutí zahájit formální vyšetřovací řízení“).De brieven zijn door de Autoriteit ontvangen en geregistreerd op 4 juli 2006 (ref. nr. 380386, hierna „de opmerkingen van de Noorse autoriteiten met betrekking tot het besluit om de formele onderzoeksprocedure in te leiden”).
Rozhodnutí č. 147/06/KOL o zahájení formálního vyšetřovacího řízení bylo zveřejněno v Úředním věstníku Evropské unie a v dodatku EHP Úředního věstníku Evropské unie [8].Besluit nr. 147/06/COL tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en het EER-Supplement daarbij [8].
Kontrolní úřad vyzval zainteresované strany, aby předložily své připomínky.De Autoriteit heeft alle betrokken partijen verzocht hun opmerkingen in te dienen.
Kontrolní úřad neobdržel od zainteresovaných stran žádné připomínky.De Autoriteit heeft geen opmerkingen van de betrokken partijen ontvangen.
Během podzimu 2007 byl Kontrolní úřad ohledně programu pro dřevo také v neformálním kontaktu s norskými orgány prostřednictvím telefonu a elektronické pošty.In het najaar van 2007 ten slotte heeft er tussen de Autoriteit en de Noorse autoriteiten informeel telefonisch en e-mailcontact over de RH plaatsgevonden.
Informace, které Kontrolní úřad v této souvislosti obdržel, byly norskými orgány sjednoceny v dopisu podaném elektronicky dne 10. prosince 2007 ministerstvem pro vládní správu a reformu (věc č.: 456845).De informatie die de Autoriteit op deze manier heeft verkregen, is door de Noorse autoriteiten geconsolideerd bij brief die op 10 december 2007 via elektronische weg is toegezonden door het ministerie van Overheidsadministratie en Hervormingen (ref. nr. 456845).
Popis navrhovaného opatřeníBeschrijving van de voorgestelde maatregel
Cíl a správa programu pro dřevo popsaná v přípravných legislativních dokumentechDoelstelling en beheer van de RH als omschreven in de voorbereidende juridische documenten
Bílá kniha z roku 1998-99Het Witboek van 1998-1999

Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership