| Source | Target | | Vhodným příkladem je rozhodnutí Evropského soudního dvora ve věci Altmark, Altmark Trans GmbH a Regierungspräsidium Magdeburg v. Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH, C-280/00, Sb. rozh. 2003, s. I 7747. | Een goed voorbeeld is het arrest van 24 juli 2003, zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH en Regierungspräsidium Magdeburg / Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH, Jurispr. 2003, blz. I-7747. | | Viz též např. věc Vláda Norska v. Kontrolní úřad ESVO, E-6/98, a spojené věci E-5/04, E-6/04 a E-7/04 Fesil and Finnfjord a.o. v. Kontrolní úřad ESVO, body 76–87. | Zie bv. ook het arrest-Fesil ASA en Finnfjord Smelteverk AS, reeds aangehaald, punten 76-87. | | Ohledně testu soukromého investora viz rozsudek Soudního dvora ve věci Belgie v. Komise („Tubemeuse“) , C-142/87, Sb. rozh. 1990, s. I 959; rozsudek Soudního dvora ve věci Itálie v. Komise (ALFA Romeo), C-305/89, Sb. rozh. 1991, s. I 1603, body 19 a 20. | Zie, wat het beginsel van de particuliere investeerder in het algemeen betreft, arrest van 21 maart 1990, zaak C-142/87, België/Commissie („Tubemeuse”), Jurispr. 1990, blz. I-959; arrest van 21 maart1991, zaak C-305/89, Italië/Commissie („Alfa Romeo”), Jurispr. 1991, blz. I-1603, punten 19 en 20. | | Tato kapitola vychází z věstníku ES 9–1984 o použití [ex]článků 92 a 93 Smlouvy o EHS na státní holdingové společnosti (Věstník Evropských společenství č. 9–1984), začleněné do bodu 9 přílohy XV Dohody o EHP. | Dat hoofdstuk is gebaseerd op de mededeling betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EEG-Verdrag op openbare bedrijven (Bulletin EEG 9-1984), dat in punt 9 van Bijlage XV bij de EER-Overeenkomst is opgenomen. | | Viz též kapitolu pokynů Kontrolního úřadu pro státní podporu o použití ustanovení o státní podpoře veřejným podnikům v oblasti zpracovatelského průmyslu (Úř. věst. L 231, 3.9.1994, s. 1. dodatek EHP č. 32, 3.9.1994. s. 1). | Zie ook het hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de toepassing van de bepalingen betreffende staatssteun op openbare bedrijven in de industriesector (PB L 231 van 3.9.1994, blz. 1 en EER-Supplement nr. 32 van 3.9.1994, blz. 1). | | Tato kapitola odpovídá sdělení Komise o použití [ex]článků 92 a 93 Smlouvy o EHS a článku 5 směrnice Komise 80/723/EHS o veřejných podnicích v oblasti zpracovatelského průmyslu (Úř. věst. C 307, 13.11.1993, s. 3). | Dat hoofdstuk stemt overeen met de mededeling van de Commissie aan de lidstaten - Toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EEG-Verdrag en van artikel 5 van Richtlijn 80/723/EEG op openbare bedrijven in de industriesector (PB C 307 van 13.11.1993, blz. 3). | | Pokud jde o použití této zásady ve vztahu k financování letišť, viz kapitolu pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře pro financování letišť a pro státní podpory na zahájení činnosti pro letecké společnosti s odletem z regionálních letišť (Úř. věst. L 62, 6.3.2008, s. 30. dodatek EHP č. 12, 6.3.2008, s. 3). Tato kapitola odpovídá pokynům Společenství pro financování letišť a pro státní podpory na zahájení činnosti pro letecké společnosti s odletem z regionálních letišť (Úř. věst. C 312, 9.12.2005, body 42 až 52, s. 1). | Zie, wat de toepassing van dit beginsel op de financiering van luchthavens betreft, ook het hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende financiering van luchthavens en aanloopsteun van de overheid voor luchtvaartmaatschappijen met een regionale luchthaven als thuishaven (PB L 62 van 6.3.2008, blz. 30 en EER-Supplement nr. 12 van 6.3.2008, blz. 3). Dat hoofdstuk stemt overeen met de communautaire richtsnoeren voor financiering van luchthavens en aanloopsteun van de overheid voor luchtvaartmaatschappijen met een regionale luchthaven als thuishaven (PB C 312 van 9.12.2005, blz. 1, punten 42-52). | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Španělsko v. Komise, C-342/96, Sb. rozh. 1999, s. I 2459, bod 34 a rozsudek Soudního dvora ve věci DM Transport, C-256/97, Sb. rozh. 1999, s. I 3913, bod 25. | Arrest van 29 april 1999, zaak C-342/96, Spanje/Commissie, Jurispr. 1999, blz. I-2459, punt 34, arrest van 29 juni 1999, zaak C-256/97, Déménagements-Manutention Transport SA (DMT), Jurispr. 1999, blz. I-3913, punt 25. | | Kapitola pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře na státní záruky (dosud nezveřejněno). | Hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende staatsgaranties (nog niet bekendgemaakt). | | Tato kapitola odpovídá sdělení Komise o použití článků 87 a 88 Smlouvy o ES na státní podpory ve formě záruk (Úř. věst. C 155, 20.6.2008, s. 10). | Dat hoofdstuk is gebaseerd op de mededeling van de Commissie betreffende detoepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties (PB C 155 van 20.6.2008, blz. 10). | | Kapitola pokynů Kontrolního úřadu pro státní podporu o prvcích státní podpory při prodeji pozemků a staveb orgány veřejné moci (Úř. věst. L 137, 8.6.2000, dodatek EHP č. 26, 8.6.2000, s. 19). | Hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties (PB L 137 van 8.6.2000, blz. 28 en EER-Supplement nr. 26 van 8.6.2000, blz. 19). | | Tato kapitola odpovídá sdělení Komise o prvcích státní podpory při prodejích pozemků a staveb orgány veřejné moci (Úř. věst. C 209, 10.7.1997, s. 3). | Dat hoofdstuk stemt overeen met de mededeling van de Commissie betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties (PB C 209 van 10.7.1997, blz. 3). | | Kapitola pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře na krátkodobé pojištění vývozních úvěrů (Úř. věst. L 120, 23.4.1998, s. 27. dodatek EHP č. 16, 23.4.1998, s. 1), naposledy pozměněných rozhodnutím Kontrolního úřadu č. 95/06/KOL (Úř. věst. L 324, 23.11.2006, s. 38. dodatek EHP č. 57, 23.11.2006, s. 28). | Hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende kortlopende exportkredietverzekering (PB L 120 van 23.4.1998, blz. 27 en EER-Supplement nr. 16 van 23.4.1998, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 95/06/COL (PB L 324 van 23.11.2006, blz. 38 en EER-Supplement nr. 57 van 23.11.2006, blz. 28). | | Tato kapitola odpovídá sdělení Komise členským státům na základě čl. [93 odst. 1]Smlouvy o ES, kterým se použijí články [92]a [93]Smlouvy na krátkodobé pojištění vývozních úvěrů (Úř. věst. C 281, 17.9.1997, s. 4), naposledy pozměněné sdělením Komise členským státům o změně sdělení podle čl. [93 odst. 1]Smlouvy o ES o užití článků [92]a [93]Smlouvy o ES na pojištění krátkodobých vývozních úvěrů (Úř. věst. C 325, 22.12.2005, s. 22). | Dat hoofdstuk stemt overeen met de mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (PB C 281 van 17.9.1997, blz. 4), laatstelijk gewijzigd bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten tot wijziging van de mededeling ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (PB C 325 van 22.12.2005, blz. 22). | | Kapitola pokynů Kontrolního úřadu pro státní podporu o použití předpisů o státní podpoře týkajících se přímého zdanění podnikatelské činnosti (Úř. věst. L 137, 8.6.2000, s. 20. dodatek EHP č. 26, 8.6.2000, s. 10). | Hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de toepassing van de regels betreffende overheidssteun op maatregelen op het gebied van de directe belastingen op ondernemingen (PB L 137 van 8.6.2000, blz. 20 en EER-Supplement nr. 26 van 8.6.2000, blz. 10). | | Tato kapitola odpovídá sdělení Komise o použití předpisů o státní podpoře v případě opatření týkajících se přímého zdanění podnikatelské činnosti (Úř. věst. C 384, 10.12.1998, s. 3). | Dat hoofdstuk stemt overeen met de mededeling van de Commissie over de toepassing van de regels betreffende steunmaatregelen van destaten op maatregelen op het gebied van de directe belastingen op ondernemingen (PB C 384 van 10.12.1998, blz. 3). | | Kapitola pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře o státní podpoře na podporu investic rizikového kapitálu do malých astředních podniků (dosud nezveřejněno). | Hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen (nog niet bekendgemaakt). | | Tato kapitola vychází z pokynů Společenství pro státní podporu investic rizikového kapitálu do malých a středních podniků (Úř. věst. C 194, 18.8.2006, s. 2). | Dat hoofdstuk stemt overeen met de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen (PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2). | | Kapitola pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře výzkumu, vývoje a inovací (dosud nezveřejněno). | Hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (nog niet bekendgemaakt). | | Tato kapitola odpovídá rámci Společenství pro státní podporu výzkumu, vývoje a inovací (Úř. věst. C 323, 30.12.2006, s. 1). | Dat hoofdstuk is gebaseerd op de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1). | | Nařízení Komise (ES) č. 1998/2006 ze dne 15. prosince 2006 o použití článků 87 a 88 Smlouvy o ES na podporu de minimis (Úř. věst. L 379, 28.12.2006, s. 5), začleněné do Dohody o EHP v bodě 1ea přílohy XV Dohody rozhodnutím Smíšeného výboru EHP č. 29/2007 (Úř. věst. L 209, 9.8.2007, s. 52 a dodatek EHP č. 38, 9.8.2007, s. 34). | Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PB L 379 van 28.12.2006, blz. 5), in de EER-Overeenkomst opgenomen in punt 1ea van Bijlage XV bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 29/2007 (PB L 209 van 9.8.2007, blz. 52 en EER-Supplement nr. 38 van 9.8.2007, blz. 34). | | Povinnost nečinnosti je zopakována v článku 3 části II protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru, jenž odráží nařízení Rady (ES) č. 659/1999 ze dne 22. března 1999, kterým se stanoví prováděcí pravidla k článku [93]Smlouvy o ES (Úř. věst. L 83, 27.3.1999, s. 1) (dále jen „procesní nařízení“). | Deze standstill-verplichting wordt herhaald in artikel 3 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst, dat een afspiegeling is van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag („de procedureverordening”) ( PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1). | | Nařízení (ES) č. 659/1999 bylo dále začleněno do protokolu 26 Dohody o EHP rozhodnutím Smíšeného výboru EHP č. 164/2001 ( Úř. věst. L 65, 7.3.2002, s. 46. dodatek EHP č. 13, 7.3.2002, s. 26). | Verordening (EG) nr. 659/1999 is voorts opgenomen in Protocol nr. 26 bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 164/2001 (PB L 65 van 7.3.2002, blz. 46 en EER-Supplement nr. 13 van 7.3.2002, blz. 26). | | Pokud jde o okamžik poskytnutí podpory viz nařízení Komise (ES) č. 1998/2006 ze dne 15. prosince 2006 o použití článků 87 a 88 Smlouvy na podporu de minimis (Úř. věst. L 379, 28.12.2006, s. 5) bod odůvodnění 10. | Wat betreft het precieze tijdstip van de steunverlening, zie overweging 10 bij Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PB L 379 van 28.12.2006, blz. 5). | | Nařízení bylo začleněno do bodu 1ea přílohy XV Dohody o EHP rozhodnutím Smíšeného výboru EHP č. 29/2007 (Úř. věst. L 209, 9.8.2007, s. 52 a dodatek EHP č. 38, 9.8.2007, s. 34). | Die verordening is in de EER-Overeenkomst opgenomen in punt 1ea van Bijlage XV bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 29/2007 (PB L 209 van 9.8.2007, blz. 52 en EER-Supplement nr. 38 van 9.8.2007, blz. 34). | | Nařízení Komise (ES) č. 800/2008 ze dne 6. srpna 2008, kterým se v souladu s články 87 a 88 Smlouvy o ES prohlašují určité kategorie podpory za slučitelné se společným trhem (Úř. věst. L 214, 9.8.2008, s. 3), začleněné do Dohody o EHP v bodě 1j přílohy XV Dohody rozhodnutím Smíšeného výboru EHP č. 120/2008 (Úř. věst. L 339, 18.12.2008, s. 111. dodatek EHP č. 79, 18.12.2008, s. 20). | Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard („de algemene groepsvrijstellingsverordening”) ( PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3), in de EER-Overeenkomst opgenomen in punt 1j van Bijlage XV bij de EER-Overeenkomst bij Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 120/2008 (PB L 339 van 18.12.2008, blz. 111 en EER-Supplement nr. 79 van 18.12.2008, blz. 20). | | Pravidla upravující přechod na nový režim jsou obsažena v článku 44 nařízení. | De regels inzake de overgang naar de nieuwe regeling zijn opgenomen in artikel 44 van de genoemde verordening. | | Obecné nařízení o blokových výjimkách nahrazuje nařízení Komise (ES) č. 68/2007 ze dne 12. ledna 2001 o použití článků 87 a 88 Smlouvy o ES na podpory na vzdělávání (Úř. věst. L 10, 13.1.2001, s. 20), nařízení Komise (ES) č. 70/2001 ze dne 12. ledna 2001 o použití článků 87 a 88 Smlouvy o ES na státní podpory malým a středním podnikům (Úř. věst. L 10, 13.1.2001, s. 33), nařízení Komise (ES) č. 2204/2002 ze dne 12. prosince 2002 o použití článků 87 a 88 Smlouvy o ES na státní podpory zaměstnanosti (Úř. věst. L 337, 13.12.2002, s. 3) a nařízení Komise (ES) č. 1628/2006 ze dne 24. října 2006 o použití článků 87 a 88 Smlouvy na vnitrostátní regionální investiční podporu (Úř. věst. L 302, 1.11.2006, s. 29). | De algemene groepsvrijstellingsverordening heeft de volgende verordeningen vervangen: Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 20); Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33); Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun (PB L 337 van 13.12.2002, blz. 3) en Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op nationale regionale investeringssteun (PB L 302 van 1.11.2006, blz. 29). | | Viz čl. 1 písm. b) části II protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru. | Zie artike1 1, onder b), van deel II bij Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst. | | To neplatí, pokud samotný režim stanoví povinnost oznamování v jednotlivých případech v případě určitých druhů podpory. | Dit geldt niet voor steunregelingen waarin voor bepaalde soorten steun een verplichting tot afzonderlijke aanmelding is vastgelegd. | | K pojmu existující podpory, viz rovněž rozsudek Soudního dvora ve věci Namur-Les assurances du crédit v. Office national du ducroire a Belgie, C-44/93, Sb. rozh. 1994, s. I 3829, body 28 až 34 a rozsudky ve spojených věcech Fesil and Finnfjord a.o. v. Kontrolní úřad ESVO, E-5/04, E-6/04 a E-7/04, bod 157. | Zie, voor het begrip „bestaande steun”, ook arrest van 9 augustus 1994, zaak C-44/93, Namur-Les assurances du crédit SA / Office national du ducroire en Belgische Staat, Jurispr. 1994, blz. I-3829, punten 28 tot 34 en arrest-Fesil ASA en Finnfjord Smelteverk AS, reeds aangehaald, punt 157 | | Viz odstavec 17. | Zie punt 17. | | Pokud jde o rozhodnutí o navrácení, viz odstavce 53–57 kapitoly pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře o navracení protiprávních a neslučitelných státních podpor. | Voor terugvorderingsbeschikkingen, zie punten 53-57 van het hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende terugvordering van onrechtmatige en onverenigbare staatssteun. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci TWD Textilwerke Deggendorf v. Německo, C-188/92, Sb. rozh. 1994, s. I 833, body 17, 25 a 26; viz též spojené věci C-346/03 a C-529/03, Atzeni a ostatní, Sb. rozh. 2006, s. I 1875, bod 31 a rozsudek Soudního dvora ve věci Komise v. Francie, („Scott“), Sb. rozh. 2006, s. I 10071, bod 59. | Arrest van 9 maart 1994, zaak C-188/92, TWD Textilwerke Deggendorf / Duitsland, Jurispr. 1994, blz. I-833, punten 17, 25 en 26; zie ook arrest 23 februari 2006, gevoegde zaken C-346/03 en C-529/03, Giuseppe Atzeni e.a. / Regione autonoma della Sardegna, Jurispr. 2006, blz. I-1875, punt 31, en arrest van 5 oktober 2006, zaak C-232/05, Commissie/Frankrijk („Scott”), Jurispr. 2006, blz. I-10071, punt 59. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Transalpine Ölleitung in Österreich, C-368/04, bod 37; spojené věci C-261/01 a C-262/01, Van Calster a Cleeren, Sb. rozh. 2003, s. I 12249, bod 74 a rozsudek Soudního dvora ve věci SFEI a ostatní, C-39/94, bod 41. | Arrest van 5 oktober 2006, zaak C-368/04, Transalpine Ölleitung in Österreich GmbH e.a. / Finanzlandesdirektion für Tirol e.a., Jurispr. 2006, blz. I-9957, punt 37; arrest van 21 oktober 2003, gevoegde zaken C-261/01 en C-262/01, Belgische Staat / Eugène van Calster en Felix Cleeren en Openbaar Slachthuis NV, Jurispr. 2003, blz. I-12249, punt 74, en zaak C-39/94, SFEI, reeds aangehaald, punt 41. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci CELF a Ministre de la Culture et de la Communication, C-199/06, Sb. rozh. 2008, s. I 469, bod 38; rozsudek Soudního dvora ve věci Lornoy a ostatní v. belgický stát, C-17/91, Sb. rozh. 1992, s. I 6523, bod 30 a rozsudek Soudního dvora ve věci Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires a ostatní v. Francie, C-354/90, bod 14. | Arrest van 12 februari 2008, zaak C-199/06, Centre d'exportation du livre français (CELF) en Ministre de la Culture et de la Communication / Société internationale de diffusion et d'édition (SIDE), Jurispr. 2008, blz. I-469, punt 38; arrest van 16 december 1992, zaak C-17/91, Georges Lornoy en Zonen NV e.a. / Belgische Staat, Jurispr. 1992, blz. I-6523, punt 30, en arrest van 21 november 1991, zaak C-354/90, Fédération nationale du commerce extérieur des produits alimentaires en Syndicat national des négociants et transformateurs de saumon / Frankrijk, Jurispr. 1991, blz. I-5505, punt 14. | | To zahrnuje orgány na celostátní, regionální a místní úrovni. | Dit kunnen nationale, regionale of lokale overheden zijn. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Transalpine Ölleitung in Österreich, C-368/04, body 38 a 44; spojené věci C-261/01 a C-262/01, Van Calster a Cleeren, bod 75 a rozsudek Soudního dvora ve věci Piaggio, C-295/97, bod 31. | Zaak C-368/04, Transalpine Ölleitung in Österreich, reeds aangehaald, punten 38 en 44; gevoegde zaken C-261/01 en C-262/01, Van Calster en Cleeren, reeds aangehaald, punt 75, en zaak C-295/97 Piaggio, reeds aangehaald, punt 31. | | Rozsudek ve věci Ravintoloitsijain Liiton Kustannus Oy Restamark, E-1/94, Sb. Rozh. 1994-1995, zpráva Soudního dvora ESVO 15, bod 77. | Arrest van 16 december 1994, zaak E-1/94 Ravintoloitsijain Liiton Kustannus Oy Restamark, Jurispr. van het EVA-Hof 1994-1995, blz. 15, punt 77. | | Ustanovení o nečinnosti bylo na Islandu provedeno článkem 30 zákona o hospodářské soutěži (Samkeppnislög) č. 44/2005, ve znění pozdějších předpisů (The Law Gazette, oddíl A, 20. května 2005). | De standstill-bepaling is in IJsland tot uitvoering gebracht bij artikel 30 van wet nr. 44/2005, de Mededingingswet (Samkeppnislög), als gewijzigd, (Stjórnartíðindi, deel A, van 20.5.2005). | | V Norsku je provedeno §1 nařízení č. 198 ze dne 21.2.2003 (Forskrift om gjennomføring av EØS-avtalens vedlegg til Protokoll 3 om nærmere regler for anvendelsen av EF-traktatens artikkel 93 (prosedyreforordningen)) ustanoveným královským dekretem ze dne 21. února 2003 podle zákona č. 117 o státní podpoře ze dne 27. listopadu 1992, viz čl. 61 Dohody o EHP, ve znění pozdějších předpisů. | In Noorwegen is de bepaling tot uitvoering gebracht bij lid 1 van besluit nr. 198 van 21 februari 2003 (Forskrift om gjennomføring av EØS-avtalens vedlegg til Protokoll 3 om nærmere regler for anvendelsen av EF-traktatens artikkel 93 (prosedyreforordningen)), vastgesteld bij het koninklijk besluit van 21 februari 2003 ingevolge wet nr. 117 van 27 november 1992 betreffende staatssteun (cf. artikel 61 van de EER-Overeenkomst). | | Při dodržování zásady uvedené v čl. 3 odst. 1 Dohody o EHP je však na vnitrostátním právním systému každého státu ESVO, aby stanovil právní postup vedoucí k tomuto výsledku, viz rozsudek Soudního dvora ve věci Lorenz GmbH v. Bundesrepublik Deutschland a ostatní, 120/73, Sb. rozh. 1973, s. 1471, bod 9. | Hoewel dit in overeenstemming is met het in artikel 3, lid 1, van de EER-Overeenkomst uiteengezette beginsel, moet echter volgens de nationale rechtsorde van iedere EVA-Staat worden bepaald langs welke weg dit resultaat rechtens dient te worden bereikt; zie zaak 120/73, Gebr. Lorenz GmbH, reeds aangehaald, punt 9. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Francie v. Komise, („Boussac“), C-301/87, Sb. rozh. 1990, s. I 307 a rozsudek Soudního dvora ve věci Belgie v. Komise, („Tubemeuse“), C-142/87, Sb. rozh. 1990, s. I 959. | Arrest van 14 februari 1990, zaak C-301/87, Frankrijk/Commissie („Boussac”), Jurispr. 1990, blz. I-307, en zaak C-142/87, Tubemeuse, reeds aangehaald. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Francie v. Komise, („Boussac“), C-301/87, body 17 až 23; rozsudek Soudního dvora ve věci Belgie v. Komise, („Tubemeuse“), C-142/87, body 15 až 19; rozsudek Soudního dvora ve věci Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires a ostatní v. Francie, C-354/90, bod 14 a rozsudek Soudního dvora ve věci CELF a Ministre de la Culture et de la Communication, C-199/06, bod 38. | Zaak C-301/87, Boussac, reeds aangehaald, punten 17-23; zaak C-142/87, Tubemeuse, reeds aangehaald, punten 15-19; zaak C-354/90, Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires, reeds aangehaald, punt 14, en zaak C-199/06, CELF, reeds aangehaald, punt 38. | | Viz čl. 11 odst. 2 části II protokolu 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru, který vyžaduje, aby neexistovaly pochybnosti o tom, že dotyčné opatření má charakter podpory, aby bylo nutné jednat ihned a aby existovalo závažné riziko podstatné a nenapravitelné újmy pro soutěžitele. | Cf. artikel 11, lid 2, van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtsovereenkomst, waarin wordt gesteld dat er geen twijfel mag bestaan omtrent de steunverlenende aard van de maatregel, dat er dringend moet worden opgetreden en dat er een ernstig gevaar bestaat dat een concurrent aanzienlijke en onherstelbare schade oploopt. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires a ostatní v. Francie, C-354/90, bod 12; rozsudek Soudního dvora ve věci SFEI a ostatní, C-39/94, bod 40; rozsudek Soudního dvora ve věci Transalpine Ölleitung in Österreich, C-368/04, bod 47 a rozsudek Soudního dvora ve věci CELF a Ministre de la Culture et de la Communication, C-199/06, bod 41. | Zaak C-354/90, Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires, reeds aangehaald, punt 12; zaak C-39/94, SFEI, reeds aangehaald, punt 40; zaak C-368/04, Transalpine Ölleitung in Österreich, reeds aangehaald, punt 47, en zaak C-199/06, CELF, reeds aangehaald, punt 41. | | Pokud jde o neplatnost aktu udělujícího podporu v případech, kdy členský stát ES porušil čl. 88 odst. 3 Smlouvy o ES, viz rozsudek Soudního dvora ve věci Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires a ostatní v. Francie, C-354/90, bod 12; pro objasněníviz rovněž rozsudek německého spolkového soudního dvora („Bundesgerichtshof“) ze dne 4. dubna 2003, V ZR 314/02, VIZ 2003, 340, a rozsudek ze dne 20. ledna 2004, XI ZR 53/03, NVwZ 2004, 636. | Zie, met betrekking tot de ongeldigheid van het steunverleningsbesluit in gevallen waarin de lidstaat artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag heeft geschonden, zaak C-354/90, Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires, reeds aangehaald, punt 12; zie ook bij wijze van voorbeeld de arresten van het Duitse Bundesgerichtshof, van 4 april 2003, zaak V ZR 314/02, VIZ 2003, 340, en van 20 januari 2004, zaak XI ZR 53/03, NVwZ 2004, 636. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Xunta de Galicia, C-71/04, Sb. rozh. 2005, s. I 7419, bod 49; rozsudek Soudního dvora ve věci SFEI a ostatní, C-39/94, body 40 a 68 a rozsudek Soudního dvora ve věci Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires a ostatní v. Francie, C-354/90, bod 12. | Arrest van 21 juli 2005, zaak C-71/04, Administración del Estado / Xunta de Galicia, Jurispr. 2005, I-7419, punt 49; zaak C-39/94, SFEI, reeds aangehaald, punten 40 en 68, en zaak C-354/90, Fédération Nationale du Commerce Extérieur des Produits Alimentaires, reeds aangehaald, punt 12. | | Který musí před nařízením navrácení podpory provést analýzu slučitelnosti. | Die moet nagaan of de maatregel verenigbaar is alvorens de terugvordering ervan te gelasten. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci SFEI a ostatní, C-39/94, body 70 a 71, odkazující na stanovisko generálního advokáta Jacobse v této věci, body 73 až 75; viz rovněž rozsudek Soudního dvora ve věci RSV v. Komise, 223/85, Sb. rozh. 1987, s. 4617, bod 17 a rozsudek Soudního dvora ve věci Komise v. Německo, C-5/89, Sb. rozh. 1990, s. I 3437, bod 16. | Zaak C-39/94, SFEI, reeds aangehaald, punten 70 en 71, verwijzend naar de conclusie van advocaat-generaal Jacobs in deze zaak, reeds aangehaald, punten 73, 74 en 75; zie ook zaak 223/85, RSV, reeds aangehaald, punt 17, en zaak C-5/89, Commissie/Duitsland, reeds aangehaald, punt 16. | | Pokud jde o standard v tomto ohledu používaný, viz stanovisko generálního advokáta Jacobse ve věci C-39/94, SFEI a ostatní, bod 75. | Wat de in dit verband toepasselijke norm betreft, zie de conclusie van advocaat-generaal Jacobs in zaak C-39/94, SFEI, reeds aangehaald, punt 75. | | Článek 14 stanoví výjimku z povinnosti Kontrolního úřadu zajistit navrácení podpory pouze v případě, pokud by navrácení bylo v rozporu s obecnými zásadami práva EHP. | Artikel 14 voorziet alleen in vrijstelling van de terugvorderingsverplichting van de Autoriteit indien terugvordering in strijd zou zijn met algemene beginselen van het EER-recht. | | Jediným případem, kdy stát ESVO může upustit od provedení rozhodnutí Kontrolního úřadu, je případ, kdy by toto navrácení bylo zcela nemožné, viz bod 17 kapitoly pokynů Kontrolního úřadu ke státní podpoře o navracení protiprávních a neslučitelných státních podpor (dosud nezveřejněno). | Een EVA-Staat kan slechts dan van de tenuitvoerlegging van een door de Autoriteit gegeven terugvorderingsbeschikking afzien wanneer de terugvordering objectief gezien onmogelijk is; cf. punt 17 van het hoofdstuk van de richtsnoeren staatssteun van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA betreffende de terugvordering van onrechtmatige en onverenigbare staatssteun (nog niet bekendgemaakt). | | Tato kapitola odpovídá oznámení Komise – Cesta k účinnému provádění rozhodnutí Komise, jimiž se členským státům nařizuje zajistit navrácení protiprávní a neslučitelné podpory (Úř. věst. C 272, 15.11.2007, s. 4). | Dat hoofdstuk is gebaseerd op de bekendmaking van de Commissie Naar een doelmatige [immo: daadwerkelijke]tenuitvoerlegging van beschikkingen van de Autoriteit waarbij lidstaten wordt gelast onrechtmatige en onverenigbare steun terug te vorderen (PB C 272 van 15.11.2007, blz. 4). | | Viz též rozsudek Soudního dvora ve věci Komise v. Španělsko, C-177/06, Sb. rozh. 2007, s. I 7689, odstavec 46. | Zie ook arrest van 20 september 2007, zaak C-177/06, Commissie/Spanje, Jurispr. 2007, blz. I-7689, punt 46. | | Spojené věci E-5/04, E-6/04 a E-7/04, Fesil a Finnfjord a.o. v. Kontrolní úřad ESVO, bod 171 a věc E-2/05 Kontrolní úřad v. Republika Island, Sb. rozh. 2005, zpráva Soudního dvora ESVO 205, bod 26. | Arrest-Fesil ASA en Finnfjord Smelteverk AS, reeds aangehaald, punt 171, en arrest van 24 november 2005, zaak E-2/05, Toezichthoudende Autoriteit van de EVA / IJsland, Jurispr. EVA-Hof 2005, p. 205, punt 26. | | Viz též rozsudek Soudního dvora ve věci Komise v. Německo, C-5/89, bod 14; rozsudek Soudního dvora ve věci Španělsko v. Komise, C-169/95, Sb. rozh. 1997, s. I 135, bod 51 a rozsudek Soudního dvora ve věci Unicredito Italiano, C-148/04, Sb. rozh. 2005, s. I 11137, bod 104. | Zie ook zaak C-5/89, Commissie/Duitsland, reeds aangehaald, punt 14; arrest van 14 januari 1997, zaak C-169/95, Spanje/Commissie, Jurispr. 1997, blz. I-135, punt 51, en arrest van 15 december 2005, zaak C-148/04, Unicredito Italiano SpA / Agenzia delle Entrate, Ufficio Genova 1, Jurispr. 2005, blz. I-11137, punt 104. | | Rozsudek Soudního dvora ve věci Komise v. Německo, C-5/89, bod 14; rozsudek Soudního dvora ve věci Alcan Deutschland, C-24/95, Sb. rozh. 1997, s. I 1591, bod 25 a spojené věci C-346/03 a C-529/03, Atzeni a ostatní, bod 64. | Zaak C-5/89, Commissie/Duitsland, reeds aangehaald, punt 14; arrest van 20 maart 1997, zaak C-24/95, Land Rheinland-Pfalz / Alcan Deutschland GmbH, Jurispr. 1997, blz. I-1591, punt 25, en gevoegde zaken C-346/03 en C-529/03, Atzeni e.a., reeds aangehaald, punt 64. | | Viz stanovisko generálního advokáta Jacobse ve věci C-39/94, SFEI a ostatní, bod 73 a věci 223/85, RSV v. Komise, bod 17. | Zie de conclusie van advocaat-generaal Jacobs in zaak C-39/94, SFEI, reeds aangehaald, punt 73, en zaak 223/85, RSV/Commissie, reeds aangehaald, punt 17. | | Spojené věci C-182/03 a C-217/03 Belgie a Forum 187 v. Komise, Sb. rozh. 2006, s. I 5479, bod 147. | Arrest van 22 juni 2006, gevoegde zaken C-182/03 en C-217/03, België en Forum 187 / Commissie, Jurispr. 2006, blz. I-5479, punt 147. |
Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership
|
