Czech to Dutch European Commission terminology (DGT)

Search term or phrase in this TERMinator '. "." . '

Purchase TTMEM.com full membership to search this dictionary
 
 
Share this dictionary/glossary:
 

 
database_of_translation_agencies
 

SourceTarget
Spojené věci T-195/01 a T-207/01 Government of Gibraltar v. Komise (Gibraltar), Sb. rozh. 2002, s. II-2309.Arrest van 30 april 2002, gevoegde zaken T-195/01 en T-207/01, Government of Gibraltar/Commissie, Jurispr. 2002, blz. II-2309.
Viz například rozhodnutí Komise NN 88/98, 24hodinový zpravodajský kanál BBC, Úř. věst. C 78, 18.3.2000, s. 6 a NN 70/98, Kinderkanal a Phoenix, citováno výše.Zie bv. de besluiten van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 88/98 — Financiering van een 24 uur op 24, reclamevrije nieuwszender met licentievergoeding door BBC (PB C 78 van 18.3.2000, blz.6) en steunmaatregel NN 70/98 — Staatssteun voor de openbare televisiekanalen „Kinderkanal” en „Phoenix”, reeds aangehaald.
Věc NN 70/98, Kinderkanal a Phoenix, citováno výše.Steunmaatregel NN 70/98 — Staatssteun voor de openbare televisiekanalen „Kinderkanal” en „Phoenix”, reeds aangehaald.
Věc 172/80 Zuechner, Sb. rozh. 1981, s. 2021.Arrest van 14 juli 1981, zaak 172/80, Gerhard Züchner/Bayerische Vereinsbank AG, Jurispr. 1981, blz. 2021.
Věc C-242/95 GT-Link, Sb. rozh. 1997, s. 4449.Arrest van 17 juli 1997, zaak C-242/95, GT-Link A/S/De Danske Statsbaner (DSB), Jurispr. 1997 blz. I-4449.
Věc C-159/94 EDF a GDF, Sb. rozh. 1997, s. I-5815.Arrest van 23 oktober 1997, zaak C-159/94, Commissie/Frankrijk, Jurispr. 1997, blz. I-5815.
Viz například rozhodnutí Komise v těchto věcech: E 8/06, státní financování pro vlámskou veřejnoprávní vysílací organizaci VRT, Úř. věst. C 143, 10.6.2008, s. 7; E 4/05, státní financování RTE a TNAG (TG4), Úř. věst. C 121, 17.5.2008, s. 5; E 3/05, podpora německým provozovatelům veřejnoprávního vysílaní, Úř. věst. C 185, 8.8.2007, s. 1; E 9/05, poplatek za licence RAI, Úř. věst. C 235, 23.9.2005, s. 3; E 10/05, poplatek za licence France 2 a 3, Úř. věst. C 240, 30.9.2005, s. 20; E 8/05, španělská celostátní veřejnoprávní vysílací stanice RTVE, Úř. věst. C 239, 4.10.2006, s. 17; C 2/04, financování ad hoc nizozemských provozovatelů veřejnoprávního vysílání, Úř. věst. L 49, 22.2.2008, s. 1.Zie bv. de besluiten of beschikkingen van de Commissie in de volgende zaken: steunmaatregel E 8/06, Financiering publieke omroep VRT (PB C 143 van 10.6.2008, blz. 7); steunmaatregel E 4/05, Overheidsfinanciering Radio Teilifís Éireann (RTÉ) en Teilifís na Gaeilge (TG4) (PB C 121 van 17.5.2008, blz. 5); steunmaatregel E 3/05, Steun aan de Duitse publieke omroepen (PB C 185 van 8.8.2007, blz. 1); steunmaatregel E 9/05, Omroepbijdrage voor RAI (PB C 235 van 23.9.2005, blz. 3); steunmaatregel E 10/05, Omroepbijdrage France 2 en France 3 (PB C 240 van 30.9.2005, blz. 20); steunmaatregel E 8/05, Steun voor de Spaanse nationale publieke omroep RTVE (PB C 239 van 4.10.2006, blz. 17), en Beschikking 2008/136/EG van de Commissie van 22 juni 2006 betreffende de door Nederland ten uitvoer gelegde ad-hocfinanciering van de Nederlandse publieke omroep (PB L 49 van 22.2.2008, blz. 1).
Viz rovněž rozhodnutí Kontrolního úřadu ESVO č. 306/09/KOL ze dne 8. července 2009 o společnosti Norwegian Broadcasting Corporation, k dispozici na internetových stránkách Kontrolního úřadu na adrese http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=16906&1=1.Zie ook Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 306/09/COL van 8 juli 2009 betreffende Norsk Rikskringkasting, beschikbaar op de website van de Autoriteit onder: http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=16906&1=1
Podobné obtíže mohou nastat také tehdy, je-li veřejnoprávní vysílání zaměřeno na jazykové menšiny nebo místní potřeby.Vergelijkbare moeilijkheden kunnen zich ook voordoen wanneer de publieke omroep op taalminderheden of plaatselijke behoeften is gericht.
Rozhodnutí Komise C 62/1999, RAI, bod 99 a C 85/2001, RTP, bod 158.Beschikking 2004/339/EG van de Commissie van 15 oktober 2003 betreffende de door Italië ten uitvoer gelegde maatregelen ten gunste van RAI SpA (PB L 119 van 23.4.2004, blz. 1, overweging 99), en Beschikking 2005/406/EG van de Commissie van 15 oktober 2003 inzake ad-hocmaatregelen die Portugal ten behoeve van RTP heeft uitgevoerd (PB L 142 van 6.6.2005, blz. 1, overweging 158).
Věc T-442/03 SIC v. Komise, Sb. rozh. 2008, s. II-1161, bod 201 a rozsudek ve věci TV2, citováno výše, body 122–124.Arrest van 26 juni 2008, zaak T-442/03, SIC — Sociedade Independente de Comunicação SA/Commissie, Jurispr. 2008, blz. II-1161, punt 201, en het arrest in de zaak-TV 2/Danmark A/S, reeds aangehaald, de punten 122, 123 en 124.
Tyto kvalitativní požadavky jsou podle Tribunálu „důvodem existence vysílací SOHZ ve vnitrostátním audiovizuálním prostředí“.Deze kwaliteitscriteria „vormen” volgens het Gerecht „immers de bestaansreden van de [diensten van algemeen economisch belang]op het gebied van omroepactiviteiten in het nationale audiovisuele landschap”.
Není „důvod, aby široce definovaná vysílací SOHZ, která ale obětovala dodržení těchto kvalitativních požadavků ve prospěch chování obchodního subjektu, byla nadále financovaná státem“, viz SIC v. Komise, citováno výše, bod 211.Er is „geen reden” voor „een [dienst van algemeen economisch belang]op het gebied van omroepactiviteiten, die ruim is omschreven, maar waarbij men deze kwaliteits-voorwaarden niet zou naleven en men zich zou gedragen als een commerciële omroep”; zie het arrest-Sociedade Independente de Comunicação, reeds aangehaald, punt 211.
Pokud jde o kvalifikaci hry o ceny, jejíž součástí je přímé volání čísla s vyšší sazbou, jako „teleshoppingu“ nebo „reklamy“, podle směrnice 2007/65/ES (směrnice o audiovizuálních mediálních službách), viz věc C-195/06 Österreichischer Rundfunk (ORF), Sb. rozh. 2007, s. I-8817.Zie, voor de kwalificatie, op grond van Richtlijn 2007/65/EG (de richtlijn audiovisuele-mediadiensten), van „spel waaraan een prijs verbonden is”, daaronder begrepen het rechtstreeks kiezen van een betaalnummer, als telewinkelen of televisiereclame, het arrest van 18 oktober 2007, zaak C-195/06, Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria)/Österreichischer Rundfunk (ORF), Jurispr. 2007, blz. I-8817.
Viz rozsudek ve věci TV2, citováno výše, body 107–108.Zie ook de punten 107 en 108 van het arrest-TV 2/Danmark A/S, reeds aangehaald.
Viz věc SIC v. Komise, citováno výše, bod 212.Zie arrest-Sociedade Independente de Comunicação, reeds aangehaald, punt 212.
Článek 4 směrnice 2006/111/ES (směrnice o zprůhlednění finančních vztahů).Artikel 4 van Richtlijn 2006/111/EG (de transparantierichtlijn).
To odkazuje na hypotetickou situaci, ve které by činnosti, jež nejsou veřejnou službou, měly být přerušeny: náklady, kterým by tak bylo zamezeno, představují částku společných nákladů, které by měly být přiděleny na činnosti, jež nejsou veřejnou službou.Dit impliceert dat een vergelijking wordt gemaakt met de hypothetische situatie waarbij de activiteiten die buiten de openbare dienst vallen, worden stopgezet: de kosten die aldus worden vermeden, vertegenwoordigen dus het bedrag aan gemeenschappelijke kosten dat moet worden toegerekend aan de activiteiten die buiten de openbare dienst vallen.
Toto ustanovení veřejným vysílacím organizacím samozřejmě nebrání mít zisk z obchodních činností spadajících mimo poslání veřejné služby.Deze bepaling staat er natuurlijk niet aan in de weg dat publieke omroepen winst maken met hun commerciële activiteiten die buiten de publieke taak vallen.
Takové zvláštní rezervy mohou být opodstatněné v případě velkých technologických investic (např. digitalizace), k nimž podle předpokladů dojde v určitém okamžiku a které jsou nezbytné pro plnění poslání veřejné služby; nebo v případě velkých restrukturalizačních opatření, jež jsou nezbytná k zachování nepřetržitého provozu veřejnoprávní vysílací organizace v jasně vymezeném časovém období.Dergelijke bijzondere reserves kunnen zijn gerechtvaardigd met het oog op belangrijke technologische investeringen (zoals digitalisering) die voor een bepaald tijdstip gepland staan en die voor het vervullen van de publieke taak noodzakelijk zijn, of met het oog op belangrijke herstructureringsmaatregelen die nodig zijn om een publieke omroep voor een welbepaalde periode in bedrijf te houden.
Jak stanoví Rada Evropy ve svém doporučení o úloze veřejnoprávních sdělovacích prostředků v informační společnosti, „(…) členské státy mohou zvážit možnost doplňkového financování při řádném zohlednění otázek trhu a hospodářské soutěže. Zejména v případě nových personalizovaných služeb mohou členské státy zvážit, zda veřejnoprávním mediím umožní vybírat poplatky (…).Žádná z těchto možností by však neměla ohrozit zásadu univerzálnosti veřejnoprávních médií nebo vést k diskriminaci mezi jednotlivými skupinami společnosti (…)Při zavádění nových režimů financování by měly členské státy věnovat patřičnou pozornost tomu, aby byl daný obsah svou povahou v zájmu veřejnosti i ve společném zájmu.“Zoals de Raad van Europa in zijn aanbeveling over de opdracht van de publieke media in de informatiemaatschappij verklaarde, kunnen lidstaten aanvullende financieringsoplossingen overwegen, waarbij de nodige aandacht gaat naar markt- en mededingingsvraagstukken. Met name in het geval van nieuwe gepersonaliseerde diensten kunnen lidstaten overwegen om publieke media toe te staan daarvoor een vergoeding te eisen. Toch mag geen van deze oplossingen het beginsel van de universaliteit van de publieke media in het gedrang brengen of leiden tot discriminatie tussen verschillende groepen in de samenleving. Wanneer nieuwe financieringssystemen worden opgezet, dienen lidstaten de nodige aandacht te besteden aan de content die in het publiek en het gemeenschappelijk belang wordt aangeleverd.
Kontrolní úřad se například domnívá, že požadavek přímé platby od uživatelů za poskytování nabídky specializovaného prémiového obsahu by byl běžně považován za obchodní činnost.Zo is de Autoriteit van mening dat het verlangen van gebruikers van directe betaling voor de levering van een aanbod gespecialiseerde premiumcontent, in de regel als commerciële activiteit zou moeten worden aangemerkt.
Na druhé straně se však Kontrolní úřad například domnívá, že účtování poplatků za pouhý přenos v síti u vyváženého a rozmanitého vysílání na nových platformách, jako jsou mobilní zařízení, by danou nabídku na obchodní činnost nezměnilo.Daartegenover staat dan weer dat de Autoriteit bijvoorbeeld vindt dat het aanbod niet verandert in een commerciële activiteit doordat zuivere transmissie-vergoedingen worden berekend voor het uitzenden van een evenwichtig en gevarieerd programma-aanbod via nieuwe platforms zoals mobiele apparatuur.
Kontrolní úřad se například domnívá, že některé formy lineárního přenosu jako např. simultánní přenos večerních televizních zpráv na jiných platformách (např. na internetu či mobilních zařízeních) nemusí být pro účely této kapitoly považovány za „nové“.Zo is de Autoriteit van mening dat bepaalde vormen van lineaire transmissie, zoals de gelijktijdige transmissie van het avondjournaal op televisie en via andere platforms (bv. internet, mobiele toepassingen) niet als „nieuw” in de zin van de onderhavige mededeling kan worden aangemerkt.
Mělo by být na státech ESVO, aby určily, zda lze jiné formy opětovného přenosu vysílání veřejnoprávních vysílacích organizací na jiných platformách považovat za významné nové služby, přičemž by měly zohlednit zvláštnosti a charakteristiky daných služeb.Of andere vormen van doorgifte van programma's van publieke omroepen via andere platforms als „significant nieuwe” diensten kunnen worden aangemerkt, dient door de EVA-staten te worden bepaald, rekening houdende met de specifieke elementen en kenmerken van de betrokken diensten.
Viz rovněž poznámka pod čarou 40 o důvodech existence vysílací SOHZ.Zie, voor de rechtvaardiging van een dienst van algemeen economisch belang in de omroepsector, ook voetnoot 40.
Jednou z důležitých otázek může být například to, zda veřejnoprávní vysílací organizace soustavně nabízejí vyšší ceny za práva na prémiové programy způsobem, který překračuje potřeby poslání veřejné služby a vede k nepřiměřenému narušení trhu.Een van de relevante kwesties kan bijvoorbeeld zijn of publieke omroepen stelselmatig op zodanige wijze voor premiumprogrammarechten overbieden dat dit verder gaat dan hetgeen voor de publieke taak nodig is en in buitensporige verstoringen van de markt resulteert.
Přijato rozhodnutím č. 154/07/KOL ze dne 3. května 2007, kterým se po šedesáté třetí mění procesní a hmotná pravidla v oblasti státní podpory aktualizací a vložením nové kapitoly o pravidlech pro protiprávní podpory (Úř. věst. L 73, 19.3.2009, s. 23 a dodatek EHP č. 15, 19.3.2009, s. 1), k dispozici na internetových stránkách Kontrolního úřadu na adrese: http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=15119&1=1Goedgekeurd bij Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 154/07/COL van 3 mei 2007 houdende de drieënzestigste wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun, met de invoeging van een nieuw hoofdstuk betreffende regels voor de beoordeling van onrechtmatig verleende staatssteun (PB L 73 van 19.3.2009, blz. 23 en EER-supplement nr. 15 van 19.3.2009, blz. 1), beschikbaar op de website van de Autoriteit onder: http://www.eftasurv.int/?1=1&showLinkID=15119&1=1
V průběhu let 2008 a 2009 se Kontrolní úřad a státy ESVO zúčastnily několika veřejných konzultací Komise týkajících se přezkumu sdělení o použití pravidel státní podpory na veřejnoprávní vysílání z roku 2001 [9].In de loop van 2008 en 2009 hebben de Autoriteit en de EVA-staten deelgenomen aan de publieke raadplegingen die de Commissie over de herziening van de mededeling van de Commissie van 2001 betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op openbare omroepen [9]heeft gehouden.
Tato kapitola konsoliduje rozhodovací praxi Komise a Kontrolního úřadu v oblasti státní podpory způsobem, který je zaměřen do budoucna, a to na základě připomínek obdržených během veřejných konzultací.Het onderhavige hoofdstuk is een toekomstgerichte consolidering van de beschikkingspraktijk van de Commissie en de Autoriteit op het gebied van staatssteun, die mede is gebaseerd op de tijdens de publieke raadplegingen ontvangen opmerkingen.
Úlohu veřejnoprávního vysílání při podpoře kulturní rozmanitosti uznala i Úmluva UNESCO o ochraně a podpoře rozmanitosti kulturních projevů z roku 2005 [15].De rol van de publieke omroep bij de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen is ook erkend door het Unesco-Verdrag van 2005 betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen [15].
Úmluva stanoví, že každá strana může přijímat „opatření na ochranu apodporu rozmanitosti kulturních projevů na svém území“.Dit verdrag bepaalt dat elke partij „maatregelen […]ter bescherming en bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen op haar grondgebied” kan nemen.
Úmluva UNESCO o ochraně a podpoře rozmanitosti kulturních projevů byla podepsána v Paříži dne 20.10.2005.Het Unesco-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingenis op 20 oktober 2005 te Parijs ondertekend.
Poté byla ratifikována Norskem a schválena Islandem.Het werd toen geratificeerd door Noorwegen en door IJsland geaccepteerd.
Viz například rozhodnutí č. 32/02/KOL ze dne 20. února 2002, rozhodnutí č. 169/02/KOL ze dne 18.září 2002, rozhodnutí č. 186/03 ze dne 29.října 2003, rozhodnutí č. 179/05/KOL ze dne 15.července 2005 a rozhodnutí č. 342/06/KOL ze dne 14.listopadu 2006.Zie bv. Besluit nr. 32/02/COL van 20 februari 2002, Besluit nr. 169/02/COL van 18 september 2002, Besluit nr. 186/03 van 29 oktober 2003, Besluit nr. 179/05/COL van 15 juli 2005 en Besluit nr. 342/06/COL van 14 november 2006.
Viz rovněž kapitola o státní podpoře filmových a ostatních audiovizuálních děl v pokynech Kontrolního úřadu pro státní podporu.Zie ook in de richtsnoeren van de Autoriteit het hoofdstuk over staatssteun voor cinematografische en andere audiovisuele werken.
týkající se zdaňování kaptivních pojišťoven podle lichtenštejnského zákona o daních (Lichtenštejnsko)betreffende de krachtens de belastingwet van Liechtenstein geldende belastingregeling voor captive-verzekeringsmaatschappijen (Liechtenstein)
KONTROLNÍ ÚŘAD ESVO (DÁLE JEN „KONTROLNÍ ÚŘAD“),DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA (HIERNA „DE AUTORITEIT” GENOEMD),
S OHLEDEM na Dohodu o Evropském hospodářském prostoru (dále jen „Dohoda o EHP“), a zejména na články 61 až 63 a protokol 26 této dohody,GEZIEN de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name de artikelen 61, 62 en 63 en Protocol nr. 26,
S OHLEDEM na Dohodu mezi státy ESVO o zřízení Kontrolního úřadu a Soudního dvora (dále jen „Dohoda o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru“), a zejména na článek 24 této dohody,GEZIEN de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna „de Toezichtovereenkomst” genoemd), en met name artikel 24,
S OHLEDEM na protokol 3 Dohody o Kontrolním úřadu a Soudním dvoru (dále jen „protokol 3“), a zejména na čl. 1 odst. 2 části I a čl. 4 odst. 4, článek 6, čl. 7 odst. 5 a článek 14 části II,GEZIEN Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst (hierna „Protocol nr. 3” genoemd), en met name artikel 1, lid 2, van deel I en artikel 4, lid 4, artikel 6, artikel 7, lid 5, en artikel 14 van deel II,
S OHLEDEM na pokyny Kontrolního úřadu pro uplatňování a výklad článků 61 a 62 Dohody o EHP [1], a zejména na kapitolu o použití předpisů o státní podpoře v případě opatření týkajících se přímého zdanění podnikatelské činnosti,GEZIEN de door de Autoriteit uitgevaardigde richtsnoeren voor de toepassing en uitlegging van de artikelen 61 en 62 van de EER-overeenkomst [1], en met name het hoofdstuk over het toepassing van de regels betreffende steunmaatregelen van de staten op maatregelen op het gebied van de directe belastingen op ondernemingen,
S OHLEDEM na konsolidované znění rozhodnutí Kontrolního úřadu č. 195/04/KOL ze dne 14. července 2004 o prováděcích ustanoveních uvedených v článku 27 části II protokolu 3 (dále jen „rozhodnutí o prováděcích ustanoveních“) [2]aGEZIEN de geconsolideerde versie van het Besluit van de Autoriteit nr. 195/04/COL van 14 juli 2004 betreffende de uitvoeringsbepalingen als bedoeld in artikel 27 van deel II van Protocol nr. 3 bij de Toezichtovereenkomst („het uitvoeringsbepalingenbesluit” [2], en
POTÉ, CO přijal rozhodnutí č. 620/08/KOL o zahájení řízení podle čl. 1 odst. 2 protokolu 3 a vyzval zúčastněné strany k podání připomínek v souladu s výše uvedenými ustanoveními, a s ohledem na tyto připomínky, vzhledem k těmto důvodům:Na Beschikking nr. 620/08/COL tot inleiding van een procedure op grond van artikel 1, lid 2, van Protocol nr. 3 te hebben goedgekeurd en na belanghebbenden overeenkomstig de voormelde bepalingen te hebben verzocht hun opmerkingen kenbaar te maken, en gezien de ontvangen opmerkingen,
Dopisem ze dne 14. března 2007 (dokument č. 393563) zaslal Kontrolní úřad lichtenštejnským orgánům žádost o informace, v níž se dotazoval na různé daňové odchylky, jež platí pro určité formy společností podle lichtenštejnského zákona o daních.Bij schrijven van 14 maart 2007 (feit nr. 393563) heeft de Autoriteit een verzoek om inlichtingen gericht tot de autoriteiten van Liechtenstein, waarbij informatie is ingewonnen over de verschillende fiscale uitzonderingsmaatregelen voor bepaalde vennootschapsvormen in het kader van de Liechtensteinse belastingwet.
Lichtenštejnské orgány odpověděly dopisem ze dne 30. května 2007 (dokument č. 423398).De Liechtensteinse autoriteiten hebben bij schrijven van 30 mei 2007 (feit nr. 423398) geantwoord.
Poté následovala výměna korespondence a schůzky zástupců Kontrolního úřadu a lichtenštejnských orgánů a dne 24. září 2008 přijal Kontrolní úřad rozhodnutí č. 620/08/KOL o zahájení formálního vyšetřovacího řízení.Hierop volgden een briefwisseling en verscheidene vergaderingen met vertegenwoordigers van de Autoriteit en de autoriteiten van Liechtenstein, en ten slotte heeft de Autoriteit op 24 september 2008 Beschikking nr. 620/08/COL gegeven tot inleiding van een formele onderzoekprocedure.
Toto rozhodnutí bylo zveřejněno v Úředním věstníku Evropské unie a v dodatku EHP [3].Deze beschikking is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en het EER-supplement daarbij [3].
Kontrolní úřad vyzval zúčastněné strany k podání připomínek a obdržel připomínky 12 zúčastněných stran.De Autoriteit heeft de belanghebbenden uitgenodigd om hun opmerkingen hierover bekend te maken. Zij ontving opmerkingen van twaalf belanghebbende partijen.
Dopisem ze dne 22. července 2009 (dokument č. 525074) předal Kontrolní úřad tyto připomínky lichtenštejnským orgánům, které měly možnost se k nim vyjádřit.Bij schrijven van 22 juli 2009 (feit nr. 525074) heeft de Autoriteit deze opmerkingen voor een reactie aan de Liechtensteinse autoriteiten doorgezonden.
Lichtenštejnské orgány tak učinily dopisem ze dne 2. října 2009 (dokument č. 532480).Zij hebben bij schrijven van 2 oktober 2009 (feit nr. 532480) geantwoord.
ZVLÁŠTNÍ DAŇOVÉ PŘEDPISY TÝKAJÍCÍ SE KAPTIVNÍCH POJIŠŤOVENSPECIALE FISCALE BEPALINGEN VOOR CAPTIVE-VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN
Na základě zákona ze dne 18. prosince 1997, kterým se mění lichtenštejnský zákon o daních [4], zavedly lichtenštejnské orgány zvláštní daňová pravidla týkající se kaptivních pojišťoven: s účinností od 1. ledna 1998 byla do zákona o daních vložena nová ustanovení článku 82a a čl. 88d odst. 3, jež jsou dosud platná.Bij een besluit van 18 december 1997 tot wijziging van de Liechtensteinse belastingwet [4]hebben de autoriteiten van Liechtenstein speciale fiscale bepalingen ingevoerd die van toepassing waren op captive-verzekeringsmaatschappijen: de nieuwe artikelen 82a en 88d, lid 3, werden in de belastingwetgeving ingevoegd en traden met op 1 januari 1998 in werking. Zij zijn nog steeds van kracht.
Daň z příjmů a kapitálová daňInkomstenbelasting en vermogensbelasting
Část 4 oddíl B zákona o daních – zvláštní podnikové daně („Besondere Gesellschaftssteuern“) – v článcích 82 až 88 obsahuje zvláštní daňové předpisy pro určité formy společností, jako jsou pojišťovny, holdingové společnosti, společnosti s domicilem v Lichtenštejnsku a investiční podniky.In hoofdstuk 4, afdeling B van de belastingwet — speciale vennootschapsbelastingen („Besondere Gesellschaftssteuern”) — artikelen 82 tot 88, zijn speciale fiscale bepalingen opgenomen voor bepaalde vennootschapsvormen, zoals verzekeringsmaatschappijen, holdings, administratieve vennootschappen en beleggingsmaatschappijen.
Ustanovení článku 82a se týká kaptivních pojišťoven.Artikel 82a van de belastingwet heeft betrekking op captive-verzekeringsmaatschappijen.
V čl. 82a odst. 1 zákona o daních se uvádí: „pojišťovny podle definice zákona o dohledu nad pojišťovnictvím, které působí výhradně v oblasti kaptivního pojištění („Eigenversicherung“), platí kapitálovou daň ve výši 1 ‰ z vlastního kapitálu společnosti, viz čl. 82a odst. 1 zákona o daních. Pokud kapitál přesáhne 50 milionů, sazba daně se sníží na ¾ ‰, a pokud přesáhne 100 milionů, pak na ½ ‰.“ [5]In artikel 82a, lid 1, van de belastingwet wordt het volgende bepaald: „verzekeringsmaatschappijen overeenkomstig de bepaling van de wet betreffende het toezicht op het verzekeringswezen, die uitsluitend activiteiten op het vlak van captive insurance („Eigenversicherung”) uitoefenen, betalen een vermogensbelasting van 1 ‰ over het eigen vermogen van de onderneming, zie artikel 82a, lid 1, van de belastingwet. Voor vermogens van meer 50 miljoen CHF wordt het belastingtarief verlaagd tot ¾ ‰ en voor vermogens van meer 100 miljoen CHF wordt het tarief verlaagd tot ½ ‰.” [5]
Jinými slovy, namísto placení běžné sazby kapitálové daně ve výši 0,2 % jsou kaptivní pojišťovny povinny odvádět pouze 0,1 % a tato sazba se u částek přesahujících 50 milionů CHF a 100 milionů CHF dále snižuje.Captive-verzekeringsmaatschappijen moeten dus in plaats van de normale vermogensbelasting van 0,2 % slechts een belastingtarief van 0,1 % betalen en dit percentage wordt verder verminderd voor bedragen van meer dan 50 miljoen CHF en 100 miljoen CHF.
Podle čl. 82a odst. 2 zákona o daních jsou pojišťovny, které působí v oblasti kaptivního pojištění i běžného pojištění pro třetí strany, povinny odvádět s ohledem na tu část svých činností, jež souvisí s pojištěním třetích stran, běžnou kapitálovou daň a daň z příjmů (stanovenou v článcích 73 až 81 zákona o daních).In artikel 82a, lid 2, van de belastingwet wordt bepaald dat verzekeringsmaatschappijen die zowel activiteiten op het vlak van captive insurance als gewone verzekeringsactiviteiten voor derden uitoefenen, aan de normale vermogensbelasting en inkomstenbelasting zijn onderworpen (artikelen 73 tot 81 van de belastingwet) voor het gedeelte van hun activiteiten dat betrekking heeft op het verzekeren van derden.
Jelikož článek 82a zákona o daních představuje vůči článku 73 téhož zákona lex specialis, lze vyvodit závěr, že kaptivní pojišťovny neodvádějí žádnou daň z příjmů [6].Kaptivní pojišťovny tedy platí pouze sníženou kapitálovou daň, jak je popsáno v čl. 82a odst. 1 zákona o daních, a žádnou daň z příjmů.Aangezien artikel 82a van de belastingwet een lex specialis vormt ten opzichte van artikel 73 van dezelfde wet, kan worden geconcludeerd dat captive-verzekeringsmaatschappijen geen inkomstenbelasting betalen [6].Bijgevolg betalen captive-verzekeringsmaatschappijen slechts een verminderde vermogensbelasting zoals omschreven in artikel 82a, lid 1, en geen inkomstenbelasting.

Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership